Vrijdagochtend 24 juni jl., een normale werkdag met mijn normale ochtendritueel. Dat betekent zoals de afgelopen twintig jaar twee bammetjes met hagelslag, een plak ontbijtkoek en een mok koffie.  Ik lees altijd met verhoogde aandacht regiokatern van het Leidsch Dagblad. Nietsvermoedend sla ik om, en over de hele breedte in grote letters lees ik; “Frank Resseler: een beetje saai, met verrassingen”.  Nu ben ik ’s ochtends tot aan de eerste mok koffie niet op mijn best, maar zoiets zorgt er wel voor dat je meteen klaarwakker bent. Ik lees de kop nog een keer en toen viel het kwartje. De woensdag ervoor had ik samen met Debby de Lima (sopraan) geconcerteerd in de lunchpauzeserie in het Leidse Academiegebouw en klaarblijkelijk had een van de vaste recensenten haarzelf uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn. En heeft daar ook een bijbehorende recensie over geschreven met de hiervoor geciteerde titel.

Enfin, zo’n titel belooft weinig goeds en ik kan u wel vertellen dat het lezen van een recensie met zo’n titel geen prettige bezigheid is. Er zijn namelijk nog ruim 34.000 andere lezers (aantal abonnees volgens Wikipedia) die dat ook lezen. De kern was dat de voordracht van een tweetal stukken (in casu van de componisten Gibbons en Mendelssohn) werden gekenmerkt als ‘een beetje saai’ en ‘niet bepaald interessant’. De verrassingen zaten aan het eind, twee stukken van Young en Choveaux die wel goed in de smaak vielen.

Tja, daar zit je dan. Ik heb gelukkig geen enkel probleem met een dergelijke recensie, het is namelijk de beleving van dat moment en de smaak van die toehoorder. Sterker nog, het is juist waardevolle informatie, want je kan de waarneming van de recensente namelijk toetsen aan je eigen beleving. Wat valt dan op: ik was zelf erg content met de uitvoering van de twee stukken die als saai en niet bepaald interessant werden betiteld, terwijl je tijdens het spelen van de twee laatste stukken constant denkt: deze stukken zijn niet voor dit orgeltype geschreven…kortom, een volkomen tegengestelde beleving.

Nu kan dit uiteraard ook gewoon in de Regenboog het geval zijn, dergelijke belevingen. Wij organisten denken en proberen op een zo passend mogelijke wijze de vieringen met ons spel op te luisteren. Maar wellicht zullen sommigen van u op sommige momenten dat anders ervaren. Vanzelfsprekend mag u daar met mij na de viering over van gedachten wisselen. Liever niet via ingezonden recensies in het Leidsch Dagblad…

In elk geval bewijst dit verhaal dat smaken verschillen. En dat is maar goed ook, want als iedereen hetzelfde mooi zou vinden zouden constant dezelfde componisten gehoord worden én zouden vele componisten worden vergeten.  Af en toe moet je juist luisteren naar andere componisten of zelfs andere muziekstijlen. Vervolgens luister je weer naar je favoriete muziek en je realiseert je dan weer waarom je dat nu juist zo mooi vindt. Het is overigens zelfs mogelijk dat bepaalde muziek je niet aanspreekt en je er toch geboeid naar kan luisteren. Dat lijkt tegenstrijdig, dus dat leg ik even uit.

Olivier Messiaen is een bekende Franse componist die wereldwijd wordt gewaardeerd voor zijn onconventionele muziek. Nu hou ik ook van moderne muziek, maar op een of andere wijze kon Messiaen mij niet echt boeien. Niet mijn smaak dus destijds (dat is overigens naar verloop van tijd wel veranderd). Toen las ik dat Olivier Latry, de hoofdorganist van de Notre Dame in Parijs, een concert zou geven in de katholieke St. Bavo in Haarlem. De heer Latry wordt door velen beschouwd als de beste organist ter wereld. Kijkt u maar eens op YouTube, en u zult met mij eens zijn dat dat best eens zo kan zijn. Anyway, ik daarheen en zie dat het hele concert bestaat uit stukken van Messiaen…. en inderdaad was het niet mijn smaak. Wél kon ik merken dat Latry de muziek uitvoerde zoals de componist het bedoeld heeft. Hij kon op het publiek overbrengen dat hij zelf geïnspireerd was en dan is het toch een belevenis om een vakman in actie te zien en te horen.

Kortom, smaken verschillen en daar brengt deze column gelukkig geen verandering in. Nu maar hopen dat mijn bijdragen niet ook het predicaat ‘een beetje saai’ toebedeeld krijgen. De ‘verrassing’ volgt in de volgende bijdrage, ik zal uitleggen waarom in ons orgel pijpen met opzet vals zijn gestemd!
Frank Resseler