In zo’n tijd waarin wij leven, ontwikkel je andere gewoontes. In plaats van 4 of 5 keer per week naar de sportschool te gaan, wandel ik elke dag en al naar gelang het weer is dat korter of langer. En soms zelfs een paar keer op een dag.  In het begin liep ik routes die al eerder gelopen had. Bijvoorbeeld naar de Regenboog en weer terug. Nadat ik op een gegeven moment de kortste route gevonden had, liep ik die en die kan ik inmiddels wel dromen. Ik weet precies hoe het met de werkzaamheden op de Hooigracht gesteld is. Het vordert gestaag, kan ik u zeggen. Maar tijdens andere wandelingen sla ik soms ergens af, loop langs een pad of een straat in die ik niet ken en loop dan net zo lang, totdat ik er genoeg van heb en bekende paden op zoek om weer naar huis te gaan. Een buurvrouw met wie ik ’s avonds wandel is daar een ster in, ergens langs lopen en zodat we dan zoals afgelopen vrijdag in de stromende regen staan en alleen nog maar vermoeden waar ergens de kern van Voorschoten is. O ja, we komen er zeker en dan ook weer thuis, al is het dan ook doornat.

Op mooie, onbekende plekken kom je. Je merkt hoeveel groen er toch nog altijd is in en rond de stad en hoeveel vogels er gelukkig ook nog zijn. Je hoort ze uitbundig zingen, ziet kleine futen achter hun moeder aan zwemmen en een geduldige reiger die een kikkertje verschalkt. Bijna een nieuwe we­reld. Tijden niet gezien. Geen tijd, geen oog voor. En onderweg kom je kennissen tegen van de sport­school ook aan de wandel en je groet elkaar verrast en enthousiast en praat over dat wat je bezig­houdt en hoe je het vergaat. En hoe je de sportschool mist enzovoort. Gesprekken de je nor­maal niet zo voert met elkaar. Waarom zou je?  Morgen zie je elkaar weer en het leven gaat wel door.

Maar dat het leven niet zomaar gewoon doorgaat, is iets wat in deze maanden wel duidelijk is ge­wor­den. En dat het voorlopig ook niet terug zal keren naar het bekende stramien is ook wel dui­delijk. Deze crisis het maakt ons creatief. We gaan wegen in die we normaliter niet zouden in­slaan. En we zien en horen nieuwe dingen die ons verrassen en eigenlijk ook blij maken. Alsof we onver­wacht een cadeau krijgen. En zo is het met veel dingen gegaan.

Ik ga ergens werken en verwacht eigenlijk dat het werk wel onge­veer hetzelfde zal zijn als elders: op zondag zijn er vieringen, doordeweeks heb je de groepen en bezoeken en zo zal het verder gaan en dan ineens wordt alles ondersteboven gegooid. Op de eerste zondag geen vredeswens tijdens de dienst, maar na afloop wel iedereen een hand geven. Dat klopt natuurlijk eigenlijk niet. Maar nog geen veertien dagen later doen we de eerste dienst voor een lege kerk met alleen twee mannen die voor de technische ondersteuning zorgen en het zo mogelijk maken dat het op YouTube kan komen. En we merken hoe blij mensen er mee zijn, vooral ook door het feit dat we het samen doen, dat ze zo weer zien waar de Regenboog voor staat: oecumene. Dat is een heerlijke ontdekking.

Straks beginnen de vieringen op zondag weer, met een beperkt aantal aanwezigen dat wel en zonder zang, helaas, dat ook. Maar de diensten worden ook dan weer gefilmd om mensen in de gelegenheid te blij­ven stellen die thuis te volgen en we blijven het voorlopig samen doen. Het goede dat we ge­von­den hebben, dat we gezien hebben, willen we vasthouden. Hoe het verder in de toekomst uit zal zien. Geen idee. Niemand kan daar al iets zinnigs over zeggen. Het hangt van zoveel factoren af, maar we blijven samen het goede zoeken met elkaar en voor elkaar. Dat staat vast. En wat goed is laten we niet verloren gaan.

 

Willy Hoogendoorn