Woensdag 18 maart is, in vrede en verbondenheid met God, onze pastor Marianne Hoogervorst overleden. Van februari 2015 tot februari 2020 was zij pastoraal werkster voor de Regenboog. Marianne heeft veel voor de Regenboog betekend. Zij was een bron van levend water. In 2015 zaten we als rooms-katholieken in een behoorlijke dip en was er weinig hoop voor een oecumenische toekomst. Maar Marianne wist ons te inspireren en te bemoedigen. Mede dankzij haar vertrouwen en tomeloze inzet zijn we nu een vitale en gemotiveerde geloofsgemeenschap. We zijn haar daar zeer dankbaar voor. We zullen ons haar herinneren als de pastor die zo nabij was.
Graag hadden we met een mooi feest afscheid genomen van onze pastor. Helaas kon dat niet doorgaan. De ziekte waartegen Marianne een jaar lang heldhaftig heeft gevochten en die ze hoopte overwonnen te hebben, keerde in alle hevigheid terug. Er was tijd geen meer voor een groots afscheid. Daarom is een delegatie met een mooie tas vol kaarten en brieven van leden van onze geloofsgemeenschap naar Marianne toe gegaan om thuis afscheid van haar te nemen.
Een van de cadeautjes die Marianne aan onze geloofsgemeenschap heeft gegeven is het lied ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’ (Liedboek 416). Dit lied was het slotlied bij haar uitvaart op 24 maart jl.
Wij zijn ervan overtuigd dat Marianne haar ultieme levensdoel bereikt heeft en met open armen is binnengehaald in Gods Heerlijkheid. Dat zij ruste in vrede.
Ingrid Weitenberg
Herinneringen aan Marianne
Marianne en ik zijn iets meer dan een jaar collega’s van elkaar geweest in de Regenboog. De tijd die we samen hebben gehad, heb ik als heel bijzonder en plezierig ervaren. Daarom een aantal herinneringen aan haar.
Marianne was verknocht aan de Regenboog. Ze vond onze geloofsgemeenschap een plek die liet zien hoe je samen oecumenisch (ze noemde zichzelf ook wel ‘protheliek’) kon geloven en de verschillen kon overbruggen. Want, zei ze, het belangrijkste is dat we allemaal geloven dat God liefde is. Ze heeft hier met buitengewoon veel plezier gewerkt en haar spiritualiteit uitgedragen, en kon de Regenboog eigenlijk niet loslaten. Dat is gebleken. Ze hield van de mensen, van het voorgaan, van het geven van kringen. Ze hield van het enthousiasme van de Regenbogers, en dat gaf haar energie. Ze kon met trots aan haar collega’s vertellen over ‘haar’ Regenboog, de leukste plek in Nederland om te werken als rooms-katholiek pastor.
We vonden het allebei fijn om samen in een viering voor te gaan. Dat voelde harmonieus. Samen hebben we mooie gesprekken gehad, over het dagelijks leven, over praktische dingen, en over kerk en geloof. Afgelopen najaar spraken we, samen met de voorzitters van AKM, vicariaat en wijkkerkenraad, over de Maaltijdviering, en de verschillen tussen de protestantse en rooms-katholieke visie en beleving. Het was een van de mooiste gesprekken die ik als predikant heb gehad, omdat we geloof en beleving op een heel persoonlijke manier konden verbinden met onze geschiedenis. Uit het gesprek bleek duidelijk dat die achtergrond zo bepalend was voor de manier waarop we geloof en de Maaltijdviering beleefden. Marianne vertelde bijvoorbeeld dat haar moeder het brood altijd zegende voordat ze het sneed. Toen ze als kind aan haar moeder vroeg waarom ze dat deed, legde haar moeder uit dat de pastoor haar had verteld dat ze op die manier verbinding kon leggen tussen de eucharistie en het dagelijks brood. Een dergelijke verbinding tussen geloof en dagelijks leven was voor Marianne heel belangrijk.
Marianne was hartelijk en eerlijk, rechttoe-rechtaan. Je wist wat je aan haar had, en dat was voor mij ontzettend fijn, want zo kon ik een goede start maken als predikant in de Regenboog. Je zou haar Rotterdams nuchter kunnen noemen, maar ze was zeker ook spiritueel.
Ze vond haar voeding in het denken van Ignatius van Loyola, en was ieder jaar tijdens de Goede Week te vinden in het klooster in Drongen in België. Haar credo was verbonden met het vieren van de Maaltijd, de kernwoorden van Jezus als hij met anderen aan tafelzit: nemen, breken, zegenen, delen (geïnspireerd op Henri Nouwen). Hierover schreef ze: ‘Als we de tafelviering in ons leven echt een plek willen geven is het van belang om onszelf elke avond af te vragen: wanneer was ik vandaag in Gods hand genomen? Wanneer wist ik mij vandaag gezegend en was ik anderen tot zegen? Wanneer werd ik gebroken door het lijden van het leven? Ben ik mij bewust dat ik door die gebrokenheid gedeeld kon worden aan de mensen om mij heen? Als we echt zo leven, dan beleven we elke dag de Maaltijd van Christus de verrezen Heer.’
We verliezen in Marianne een hartelijke, toegewijde, eerlijke en spirituele pastor, wier hart bij de mensen in onze geloofsgemeenschap lag. Het is extra verdrietig dat we door de nare omstandigheden nu niet samen van haar afscheid kunnen nemen, en dat eigenlijk ook niet of nauwelijks tijdens haar leven hebben kunnen doen. Gelukkig was er wel de mogelijkheid om naar de uitvaartdienst in de Regenboog te luisteren via een internetverbinding, en mochten enkelen van ons namens de geloofsgemeenschap bij de uitvaart aanwezig zijn. Het was een mooi en waardig afscheid, en natuurlijk werd het favoriete Bijbelverhaal van Marianne gelezen, dat van de Emmaüsgangers.
We hopen Marianne ergens in de nabije toekomst samen te kunnen gedenken in onze Regenboog, om haar namens ons allen de eer te kunnen geven die ze verdient. Dat de herinnering aan Marianne, aan wat ze voor ieder van ons persoonlijk betekend heeft, aan de manier waarop ze geloofde en in het leven stond, ons tot zegen mag zijn.
Mirjam Buitenwerf