Deze keer wil ik u nader laten kennismaken met enkele planten in de kruidentuin van de kerktuin van de Regenboog.
De rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is uitgegroeid tot een flinke struik. Wanneer je met je hand langs de takken strijkt, ruik je meteen de kenmerkende geur. De legende wil dat Maria Magdalena een rozemarijnstruik vond naast het lege graf. In de middeleeuwen stak men een takje rozemarijn in het sleutelgat om de duivel buiten te houden. Rozemarijn olie zou helpen bij verkoudheid.
De salie (Salvia officinalis) groeit in onze tuin met wisselend succes. De lichtbehaarde grijze blaadjes hangen soms zomaar slap aan de plant. Waarom? We weten het niet en snoeien hem dan maar kort in de hoop dat hij volgend jaar weer uitloopt. Er is een mooie legende verbonden aan de plant: tijdens de vlucht naar Egypte groeide een salieplant uit tot een forse struik om het Christuskind te verbergen voor de soldaten van Herodes. De plant zou veel geneeskrachtige eigenschappen hebben: drink bij beginnende keelpijn saliemelk en houd bij kiespijn een blaadje salie tegen de zere kies.
De munt (Mentha Longifolia) heeft het steeds goed gedaan, maar onlangs troffen we er munthaantjes aan, kleine glanzend zwarte kevertjes, die het speciaal op munt hebben voorzien. Munt is volgens de Christelijke symboliek het kruid van Maria. Munt groeit in Israël langs de oevers van de Jordaan, maar
is ook bij ons af en toe langs sloten en beken te vinden.
Heleen Gombert