Een dikke maand geleden kwamen Daniel en Loyda bij ons wonen. Broer en zus die uit een omgeving kwamen waar ze verwaarloosd werden en minimaal ontvingen wat ze nodig hadden. Jaren hadden ze geen waardering ontvangen, geen omhelzing. En leefden ze in een donker kamertje met een strook tuin, waarin de latrine stond en ze wat heen en weer konden lopen. Veel groter was hun wereld niet.
Hoe het kwam dat hun moeder niet beter voor hen heeft kunnen zorgen? Geen idee. Ze kreeg in ieder geval ook geen ondersteuning van de 5 andere kinderen die ze had. Ook is het niet ongewoon dat mensen met beperkingen in dit soort situaties leven omdat ze nog geregeld weg gestopt worden. De staat doet in feite niets om de kwetsbaren te beschermen zolang er `familie is, die dat zou moeten doen’…. maar dus niet doet. In heel Nicaragua zijn er twee instellingen waar men mensen met beperkingen opvangt, die door het Ministerie van Gezin daar zijn geplaatst.
Vandaar dat wij tot de conclusie kwamen dat het stichten van een gemeenschapshuis zo belangrijk is.
Loyda en Daniel
Door de omstandigheden van het leven kwamen Loyda en Daniel op onze weg. Moeder was dankbaar dat wij haar kinderen een woonplek wilden geven. Ze kwamen bij ons met een derde graad van ondervoeding, bloedarmoede en keken of naar de grond of langs je heen door gebrek aan stimulering.
Wat heeft die maand voor hen en ons betekend?
Een korte (onvolledige) schets:
- inmiddels zijn ze wat kilo’s aangekomen,
- zijn ze vrij van parasieten,
- we hoeven minder alert te zijn om ergens iets eetbaars `even’ neer te zetten, want Daniel kan zich beter controleren en heeft het niet al in zijn mond voordat wij er alert op zijn,
- hebben we redelijk door wanneer ze naar de wc moeten en geeft Loyda het nu vaak ook zelf al aan, wat ons veel natte kleding scheelt en het dweilen van natte vloeren (nog een geluk dat we hier plavuizen hebben en geen tapijt!),
- kijkt Daniel aanzienlijk minder naar de vloer; hij kijkt ons zelfs geregeld in de ogen en kan ook iets aan affectiviteit laten zien!
- heeft Loyda niet meer de hele dag haar mond open, steekt nauwelijks nog haar ringvinger voor drie kwart in haar neusholte (hoe kreeg ze het voor elkaar!) en laat af en toe een lachend geluid horen,
- werkt Loyda behoorlijk goed mee met de methode die we bedacht hebben, zodat ze haar bord niet in 1 minuut leeg heeft, maar daar nu een kwartier over doet en ook kauwt op haar eten. Hierdoor voelt ze natuurlijk ook meer dat ze gegeten heeft,
- werkt het hele team van harte mee in de intensieve begeleiding die we hen geven om contact met ze te maken, waardoor ze hopelijk steeds meer ervaren dat ze zich open kunnen stellen voor ons en de buitenwereld. Een buitenwereld, waar ze zich jaren van af hebben gezonderd omdat niemand aandacht aan hen schonk,
- verleggen we grenzen in onszelf en in hen, doordat we alleen een bepaalde invloed op de ander kunnen hebben, als we werken met onze eigen angsten, eisen en tekortkomingen. En
- naast het aanleren van praktische vaardigheden maakt ook dit onderdeel uit van `coaching on the job’.
Conclusie:
We groeien en leren, met vallen en opstaan, zijn dankbaar voor elk stapje dat Daniel en Loyda zetten in hun opbloeien en zitten volop in het proces om een goed team te worden….
En het bezoek wat we krijgen in ons gemeenschapshuis wordt geraakt door de
vorm waarin we werken. Zo dragen we niet alleen een steentje bij aan een mens waardiger leven van Daniel en Loyda, maar ook aan een betere samenleving, door bewustwording en meer respect te kweken voor de meest kwetsbaren in de samenleving.
Mogen ons lichtje steeds sterker schijnen, met de hulp van zo velen die ons in gebed, woord en daad steunen!!
Zonnige groeten
Astrid Delleman