Wanneer je een vreemde taal leert, blijven sommige uitdrukkingen je meer bij dan andere. Je hebt bijvoorbeeld in het Hebreeuws een bepaalde manier van formuleren die in onze taal nogal over­dre­ven klinkt: dubbelop, wat te veel van het goede. Wanneer je droomt en dat laatste gebeurt nogal eens in het verhaal rond Josef, dan zegt hij als hem dit overkomt: ”Ik droomde een droom.” Dat lijkt ons nogal logisch, wat zou je anders moeten dromen? Maar het zijn niet zomaar dromen die in die geschiedenis rond hem gedroomd worden. De “heer der dromen” zoals hij laatdunkend door zijn broers genoemd wordt heeft er zijn handen aan vol. Het zijn dromen waar je op moet letten.

Soms zou ik wensen, dat ik zo’n droomuitlegger bij de hand had. Na een van de eerste besprekingen over hoe het verder zou moeten gaan in juni, juli en verder droomde ik, dat ik plaatjes voor een soort commissie uit moest kiezen. Toen ik een mooie gevonden had volgens mij: een vogel bij een bloei­en­de hortensia, werd mij gezegd, dat het niet persoonlijk mocht zijn, maar geschikt voor de publieke sec­tor. In opperste verwarring werd ik wakker. Wat hadden plaatjes daarmee van doen en wat werd er verstaan onder publieke sector? Op zo’n moment zou ik het fijn hebben gevonden om een Josef bij de hand te heb­ben om het een en ander te verduidelijken, vooral of dat nou echt wel van zulke tegenstellingen zijn.

Later bedacht ik mij, dat die verwarring over privé en publiek oftewel openbaar voor een groot deel kwam door het geharrewar over wat kerkelijke/godsdienstige instellingen mogen in deze crisistijd en dat wat bijvoor­beeld een theater of bioscoop wel of niet mag doen. Bij kerken lopen persoonlijk en publiek door el­kaar heen. Je gaat er naar toe, juist omdat het je persoonlijk raakt. Nog sterker: door te gaan maak je die kerk juist tot kerk. En hoe elke mens zijn of haar geloof ook beleeft, samen vorm je toch een ge­meenschap en met jouw plaatje geef je kleur aan die groep mensen.

Dat willen we ook graag blijven doen, we willen vormgeven aan die veelkleurigheid van onze ge­meen­­schap. Pinksteren gaan we vieren. Het “verjaardagsfeest” van de kerk. En we willen  ook juist dan vieren, dat we dat nog heel lang met elkaar willen zijn om zo vorm te kunnen geven aan Gods vi­sioen, zijn droom van een wereld waarin mensen hoe verschillend ook in liefde met elkaar leven mogen.