In de afgelopen tijd las ik het boek De pest van de Franse schrijver Albert Camus (verschenen in 1947, en misschien wel een metafoor voor de nazi-overheersing). Het verhaal speelt zich af aan het begin van de 20e eeuw, in de stad Oran in Algerije, in die tijd een kolonie van Frankrijk. Op een dag breekt in Oran de pest uit. Eerst sterven de ratten, dan de mensen. Als je het verhaal leest, bezorgen de parallellen met de pandemie van vandaag de dag je kippenvel. De mensen die het eerst niet geloven, het bestuur van de stad dat de ziekte in eerste instantie bagatelliseert, de angst die vervolgens toeslaat en de maandenlange quarantaine die volgt. De mensen zitten opgesloten in hun eigen stad, ver weg van geliefden en familie in Frankrijk, en dromen van de Parijse boulevards. In werkelijkheid klinkt telkens weer de bel van de ambulance, en worden de zieken en de doden afgevoerd. De economie van de stad wordt ontwricht, het aantal werklozen stijgt. In elke epidemie gebeuren kennelijk soortgelijke dingen, worden soortgelijke beslissingen genomen. We zijn echt niet de eersten die iets dergelijks meemaken.
Het bijzondere van dit verhaal is: er verandert iets in Oran. Vóór de epidemie zijn de inwoners van Oran onverschillige mensen die te weinig tijd hebben. Ze leven langs elkaar heen en zijn er vooral op uit om geld te verdienen en in het weekend oppervlakkige pleziertjes met elkaar te beleven. Tijdens de epidemie beginnen de mensen te verlangen naar liefde en nabijheid. Er ontstaan bijzondere vriendschappen. En als de epidemie dan eindelijk voorbij is, vieren de mensen samen een groot feest, omhelzen elkaar blij en vrolijk. De medemenselijkheid heeft gewonnen door deze gruwelijke epidemie, ook al blijft het verdriet over de vele gestorvenen onmetelijk groot. Aan het eind concludeert de schrijver: de pestbacil blijft sluimerend aanwezig, dus een epidemie kan altijd weer terugkeren. Maar dan wel naar een stad van mensen die elkaar liefhebben.
Ik schrik ervoor terug om te stellen dat de corona-pandemie ons iets positiefs oplevert. Daarvoor is het lijden te groot; de negatieve gevolgen zijn niet te overzien. Maar doordat ik de dingen die zo vanzelfsprekend zijn zo mis, ervaar ik wel de grote waarde van mijn alledaagse bestaan, de grote waarde van de verbondenheid met anderen, en van de liefde tussen mensen. Ik vind het bijzonder om te zien dat er zoveel saamhorigheid is in de samenleving. Dus ja, er is ook nu iets veranderd, in positieve zin, en ik hoop dat we dat kunnen vasthouden. Maar ik hoop toch vooral dat deze zware periode binnen afzienbare tijd voorbij is!
Mirjam Buitenwerf