Ik heb mijn best gedaan om in de vorige column de irritatie van mij af te schrijven. En dat ik daar verder geen aandacht aan hoef te besteden. Maar die column had ik net opgesteld (medio december) en toch gebeurde er in december weer iets, waarbij ik aardig op mijn ziel ben getrapt. Zo zeer zelfs dat dit voorval naar mijn bescheiden mening niet onbesproken mag blijven. In de week voor Kerst werd ik gevraagd om orgel te spelen tijdens een Kerstviering van een lagere school in de Hooglandse kerk. Dat blijf ik toch altijd als een voorrecht beschouwen, spelen in zo’n machtig groot gebouw met die fraaie orgels. Ik ben ‘slechts’ een hobbymatig amateur-organist, en als je dan toch regelmatig wordt gevraagd om een evenement van muziek te voorzien, dat is en blijft een voorrecht.
De kerk zat vol met ouders en een miljoen enorm luidruchtige kinderen. U weet inmiddels wat wij organisten van dat ‘geklep’ voor de viering vinden, maar de Regenboog is een oase van rust vergeleken met de kakofonie aan geluid (variërend van krijsen tot en met luid stampend rondrennen) die ik van boven heb mogen ervaren. Ik speelde ditmaal niet op het Willis-orgel, maar op het historische De Swart Van Hagerbeer-orgel, dat hoog ‘boven’ aan de westmuur hangt. Er was voor de viering voorafgaand muziek door een kind met ouder, maar niemand heeft dat gehoord. Dat is natuurlijk wel jammer voor de uitvoerenden. Volgende keer wat mij betreft gewoon orgelspel (desnoods improviseren we op ‘jingle bells’ hetgeen ik al eens gedaan heb) en dan blazen we de menigte compleet naar de andere kant van het gebouw.
Maar goed, ondanks het hoge percentage ‘niet-gelovigen’ werd onder andere ‘komt allen tezamen’ goed meegezongen (dat kon ik boven goed horen) en dan klinkt het meezingen van die miljoen kinderen toch erg mooi en komt de Kerstgedachte weer terug. Die gedachte was namelijk weg na een voorval vóór de viering.
Zoals gebruikelijk vindt er even afstemming plaats met de diverse mensen over het programma, wie wanneer wat moet doen. Op dat moment komt de fotografe erbij staan om te vragen of, daarbij wijzend naar het De Swart Van Hagerbeer-orgel, zij een foto mocht maken vanaf ‘dat ding’… Acute kortsluiting bij mij. Ik heb daarop direct geïnterrumpeerd met de mededeling ‘Dat is een ORGEL mevrouw’, maar ik denk achteraf dat de manier waarop ik het zei haaks stond op het ‘vrede op aarde’ dat we met Kerst pogen te bereiken. Ik denk ook achteraf dat ik de reden was dat zij niet meer op, bij of in ‘dat ding’ is gesignaleerd. Wel zo veilig, je weet maar nooit waartoe een geagiteerd organist in staat is. Maar het heeft iets te maken met (het testen van) de zwaartekracht.
Maar de lezer zal na de inmiddels meer dan 25 gepubliceerde columns (houdt u het nog vol?) wel begrijpen dat ondergetekende erg begaan is met der Koning / Koningin der instrumenten en dat de kwalificatie ‘dat ding’ ongeveer het ergste is dat je erover kan melden. Mensen kunnen een orgel mooi vinden, of niet mooi, of het orgelspel wel / niet mooi vinden, maar ‘dat ding’ wordt normaliter wel herkend als een orgel. ‘Dat ding’ is namelijk wel ‘mijn ding’, en ik zal geen gelegenheid onbenut laten om ‘mijn ding’ te promoten. Zo zijn bijvoorbeeld kinderen (en volwassenen) altijd welkom om na afloop van de viering ons orgel uit te proberen. Vanwege de privacyregelgeving mag ik hier geen Fries klinkende namen noemen, maar er zijn er minstens twee die daardoor ook hebben gekozen voor orgelles.
U begrijpt wel dat het gebruik van het woord ‘ding’ vanaf nu kritisch zal worden beoordeeld, om de dingen maar even bij de naam te noemen. Dus voorgangers kunnen na onze voorbespreking (u weet wel, tot uiterlijk 09:45 uur) beter niet daarna omkeren met de opmerking ‘o ja, nog één ding’. Overigens, het risico is beperkt, ons orgel staat immers op de begane grond. ‘Ding dong merrily on high’ wordt vanaf nu zelfs verboden om in de Regenboog te zingen. Niet alleen vanwege het woord ‘ding’, maar dat voorkomt namelijk (en dat is nog wel een dingetje) een nieuwe discussie over ‘dat ding’ dat voor de kerk hangt en net zoals ‘mijn ding’ geluid voortbrengt.
Nou, na al dat gemopper van de laatste tijd, ik zal proberen in de volgende bijdrage weer wat vrolijker noten te plaatsen!