Het is alweer even terug, voor mijn gevoel een eeuwigheid, in werkelijkheid vier, vijf weken hooguit, dat ik op de sportschool was. Een van die laatste keren had ik een wat vreemd gesprek. Een kennisje van mij, wat aan de mollige kant zat na alle inspanning samen met mij koffie te drinken, toen ze over haar nieuwste dieet begon. Nu hebben strenge diëten meestal tot gevolg, dat je wel snel afvalt, maar helaas ook na afloop des te sneller weer aankomt. Zoiets zei ik dan ook. Néé, zoiets deed ze nu niet, echt niet. Ze had een ander wondermiddel ontdekt: ze at geen brood meer. Ik zweeg perplex. Nee, werd eraan toegevoegd, want van brood werd je dik. “Van het beleg,” opperde ik voorzichtig. Néé! Van het brood! “Ach,” zei ik spotziek. “Laat ik nou toch altijd gedacht hebben dat op ‘water en brood’ een straf was, maar je werd zo dus eigenlijk vetgemest?”. Nou ja, ik begreep er dus eigenlijk niets van en ze liet het er daarom maar verder bij. En we begonnen maar over iets anders.
Brood, geen brood meer eten… Brood is eeuwenlang – totdat de aardappel de oceaan overstak – ons basisvoedsel geweest. Eerst kwam het brood en daarna pas de rest van het voedsel. In de Joodse zegenspreuken voor de maaltijd wordt God geprezen, omdat Hij de aarde het brood doet -voortbrengen. Maar het woord voor brood betekent in het Hebreeuws ook voedsel. Brood is dat wat je voedt. Brood is van levensbelang. Als de graankorrel in de aarde niet sterft en honderdvoudig vrucht voortbrengt, volgt er een hongersnood. De Seder, het Pesachmaal begint en eindigt met brood, ongedesemd. En het krijgt namen: Cohen, Levi. Israël. Ook Jezus benoemt het brood als hij de Seder viert met zijn vrienden.
Ooit vertelde een meisje mij misprijzend, dat een jongen uit haar klas tijdens de les levensbeschouwing op de vraag wat zijn ideaalbeeld van God was, had geantwoord dat voor hem God een lekkere boterham was, waar hij altijd de hele dag door een hap van kon nemen als hij honger had. Ze vond dat niks een dom antwoord van een dikke jongen zoals ze eraan toevoegde.
Het is iets wat mij bij is gebleven, juist omdat ik het een heel mooi sprekend beeld vind. God als een voedzame God die je doet groeien, zodat je volwaardig mens kan zijn en leven mag. God als het brood voor de wereld dat we zo broodnodig hebben juist in deze dagen.
Op Witte Donderdag gedenken we, vieren we hem die zichzelf als brood ten leven wegschenkt aan de mensen. Tegelijkertijd verwacht hij dat ook van ons, dat wij de vruchten zijn die hij heeft voortgebracht en dat wij in zijn navolging de wereld willen voeden als brood met zijn gedeelde liefde in de zorg voor elkaar. Versterkend, voedzaam elke dag weer, totdat we eens aan mogen zitten aan Gods gastmaal met hem die het waarlijk brood van en voor de wereld is.
Willy Hoogendorn