. . .dan een verre vriend.
Kostte het driekwart jaar geleden tijd en moeite om bij verre vrienden op bezoek te gaan of hen thuis te ontvangen, sinds maart van dit jaar zijn er maatregelen die zowel het reizen ontmoedigen, als het aantal te ontvangen personen beperken. Dan is het fijn dat er buren zijn met wie ik goede contacten heb en die ik op straat spreek of bij wie ik even aanloop voor een kopje thee.
Drie jaar geleden ben ik van de Merenwijk naar Leiderdorp verhuisd. Ik woonde in een prachtige eengezinswoning met een tuintje voor en een grote tuin op het zuiden achter. Maar dat huis had drie verdiepingen die schoongemaakt moesten worden en de grote tuin met veel heggen vergde ook veel werk. De huurprijs van het huis liep behoorlijk op.
Het was dus tijd om te verhuizen. Ik stond al ingeschreven bij de woningbouwvereniging. In ons digitale tijdperk vond ik elke week een e-mail met het woningaanbod in mijn mailbox. Mijn aandacht werd getrokken door een benedenwoning in Leiderdorp. Het maakt deel uit van een complex seniorenwoningen dat “De Does” heet. Mij viel een geheel gerenoveerde benedenwoning ten deel. Aan de voorkant is er uitzicht op een groot grasveld. In het midden staat een eerbiedwaardige boom waarom heen de gemeente een aantal bankjes heeft geplaatst en waarop het goed toeven is in de zon. Vanuit de woonkamer kijk ik op mijn prachtige terras van 6 bij 8 meter met daaraan grenzend een grasveld en een sloot. Deze grenzen aan de Gallaslaan. Daarover rijdt verkeer maar door de afstand tot mijn huis geeft dat geen hinder. Het fijne is dat als ik uit mijn raam kijk of op mijn terras zit ik me toch met het leven buiten verbonden kan voelen. Leiderdorp is niet zo ver van de Merenwijk. Daarom kon ik mijn contacten daar behouden en lid blijven van de oecumenische geloofsgemeenschap.
Nadat ik verhuisd was, heb ik een achttal buren uitgenodigd. Die ontmoeting viel in goede aarde. Als groepje spraken we af elke twee maanden een avondje te plannen voor een kopje koffie met wat lekkers en een borreltje met wat snackjes steeds bij iemand anders thuis. Corona heeft wat dat betreft roet in het eten gegooid. Op de tv was het eerste deel van de serie Hendrik Groen. Voor de grap vergeleken wij onszelf daar wel eens mee. Met dien verstande dat wij allemaal een eigen woning hebben, maar wel van gezelligheid houden.
Als je elkaar beter kent, is het gemakkelijker om hulp te vragen of om hand en spandiensten te verlenen als dat nodig is. Buurman Jaap is technisch en weet problemen met elektriciteit of de verwarming op te lossen. Ik zelf ben handig op de computer en kan goed brieven schrijven.
Toen we van onze huisbaas “Woonzorg” de servicekosten gepresenteerd kregen, bleek er iets niet te kloppen. Enkele buren van de “laagbouw” zoals het gedeelte heet waar wij wonen, kwamen voor een vergadering bijeen. Ik heb toen een brief opgesteld, met nog drie andere punten van aandacht. De fout werd erkend en we ontvingen een teruggave van te veel gevorderde servicekosten. Ook haalden we een positief resultaat wat betreft de andere punten.
Een lid van ons groepje Lenie is dementerend. Ze loopt overdag buiten rond en kan soms haar huis niet meer vinden. We letten allemaal op haar. Ze heeft nu een kaart met adresgegevens van haar dochter en van enkele buren en zo is het toch mogelijk voor haar weer thuis te komen. Ze is graag bij mijn buurvrouw Jopie die een hartelijke gastvrouw is met veel geduld. Soms drinken we met ons drieën koffie maar omdat Lenie zich eenzaam voelt, belt ze elke dag bij Jopie aan. Het dementeren is een voortschrijdend proces. We hoorden dat de dochter van Lenie haar ingeschreven had in een verzorgingshuis bij haar in de buurt. Nu hebben we bericht gekregen dat er plaats is en dat Lenie ons gaat verlaten. Zij is de eerste van ons groepje. Gezien de leeftijd van enkele buren geldt zeker voor ons “Pluk de dag”.
Frances Verhaar