‘Wij gaan op berenjacht, wij zijn niet bang!’ Talloze kinderen en ouders zullen dit beroemde zinnetje kennen uit het prentenboek van Michael Rosen. De term ‘berenjacht’ heeft in de afgelopen weken nog een heel andere lading gekregen. Veel mensen hebben sinds kort namelijk een knuffelbeer voor hun raam staan – zo ook wij. En de kinderen uit de buurt gingen op berenjacht, op zoek naar beren achter de ramen van al die verschillende huizen. Zo beleefden ze dichtbij huis een corona-proof avontuur. Ik geloof dat een Vlaamse moeder de bedenker was van dit geweldige idee.
De meeste kinderen zullen inmiddels wel zijn uitgejaagd, maar de beren blijven achter de ramen staan. Ze vertegenwoordigen het gevoel dat het goed gaat komen, het vertrouwen dat er een eind komt aan deze moeilijke tijd. Onze beer verdwijnt overigens elke avond naar boven. Het is de beer van onze dochter, en zonder hem gaat ze momenteel niet slapen. En dat terwijl deze beer vóór de berenjacht uit de gratie was en stond te verstoffen op haar kamer.
We zijn allemaal – klein en groot- op zoek naar veiligheid en vertrouwdheid. We zoeken naar manieren om onze angst de baas te blijven, juist omdat de bodem onder ons anders zo veilige en zekere bestaan even weg lijkt te zijn. Wanneer zullen we weer gewoon verder kunnen met ons leven? Hoe zal het aflopen met de economie? Heb ik straks nog wel een baan, en een huis? En hoe gaat het met mijn kinderen, of met mijn kleinkinderen? Het zijn vragen die ons bezighouden, maar het is bijna onmogelijk om verder dan twee weken vooruit te kijken en te plannen.
Rationeel weten we wel dat houvast en veiligheid eigenlijk nooit gegarandeerd zijn. We zijn en blijven kwetsbare mensen. Maar aan de andere kant kunnen we ook niet leven zonder vertrouwen, zonder hoop dat het op een dag weer beter zal worden. We hebben perspectief nodig.
Toen ik afgelopen Paasmorgen om iets voor tien in onze tuin stond en de klokken van verschillende kanten hoorde luiden, kreeg ik het even te kwaad. Wat een rotsituatie: niet samen Pasen kunnen vieren, niet samen je geloof kunnen delen, elkaar niet kunnen ontmoeten. En tegelijkertijd was dat klokgelui voor mij hét teken dat ons geloof leeft, dat de kerken van zich laten horen en dat God als levende God in ons midden is. Dat neemt niet weg dat ik soms bang ben, of dat ik me zorgen maak om de toekomst. Maar het geloof geeft me perspectief en vertrouwen. Ik zou niet zonder kunnen.
Mirjam Buitenwerf