Op 11 augustus, midden in de vakantietijd, zongen we als slotlied Wonen overal…, lied 419 uit het Liedboek. Een mooi lied in deze tijd van het jaar waarin zoveel mensen op pad gaan om tijdelijk ergens anders te ‘wonen’. We hebben het vaak gezongen in Amsterdam bij het oecumenisch avondgebed dat ik leidde samen met Hannie van der Maat. We leerden elkaar kennen in het geloofsverdiepingsjaar ‘Lieverlede’ van de Franciscaanse Beweging. En zij schreef een vijfde couplet voor ‘Wonen overal…’:
Wonen overal veilig thuis
avond en morgen een nieuw tehuis
samen op weg gaan de zon tegemoet
liefde ontmoeting die leven doet
mensen veel geluk
Corine vertelde na de dienst over een dooplied op dezelfde melodie:
Mensenkind, waar kom jij vandaan
amper geboren, nog geen naam
totdat twee mensen, een man en een vrouw
zeggen: Wat houden wij veel van jou
… is je naam..
Op internet vond ik de oorspronkelijke tekst. Die is helemaal niet zo aardig: ‘stil maar kindje, ik wieg je, maar als je wat groter was zou ik je slaan’! Misschien spreekt daar de wanhoop over een kindje dat maar blijft huilen. Een schril contrast met de hoopvolle tekst van Huub Oosterhuis en Hannie van der Maat.
Frank Resseler vertelde dat hij op deze melodie zestien variaties heeft geschreven. Hij speelde er tijdens de collecte enkele van. Eén was in vijfkwartsmaat en die bracht menigeen zachtjes aan het swingen. Heerlijk wat een lied met mensen doet. Samen zingen, samen praten: mensen veel geluk!
Jessica Langenhoff