De veertigdagentijd

is een periode die drie aandachtspunten kent. Te weten:

  1. Iets loslaten waarmee je heel vertrouwd bent. Jezelf iets ontzeggen en daarmee verbonden zijn met hen die niets hebben.
  2. Delen met anderen van je eigen rijkdom.
  3. Tijd nemen om te bidden

De periode vanaf Aswoensdag tot Pasen omvat zes weken en vier dagen, tezamen dus welgeteld 46 dagen. Maar omdat op zondagen niet wordt gevast, blijven er tot Pasen 40 werkelijke vastendagen over. Veertig: een heilig getal. Dat de veertigdagentijd, de vasten een tijdsduur van veertig dagen heeft gekregen, gaat terug op de symbolische betekenis van het getal veertig. Het is een heilig getal in de joodse en christelijke traditie. Denkt u maar aan de volgende voorbeelden:
Veertig jaar zwierf het volk Israël door de woestijn op zijn tocht naar het beloofde Land. Veertig dagen verbleef Mozes op de berg, toen hij de Wet in tien geboden van God ontving. De profeet Elia ondernam een tocht van veertig dagen naar de berg, waarop God hem zou verschijnen. Jezus verbleef veertig dagen in de woestijn aan het begin van zijn openbare leven.

U en ik, wij worden opgeroepen om vorm te geven aan de komende veertigdagentijd. Door ons vaste patroon te doorbreken, iets over hebben voor onze naaste en door extra te bidden. Onze moslimbroeders doen precies hetzelfde in hun vastentijd, de Ramadan. Tips om vorm te geven aan extra gebed leest u in het volgende artikel.