Ik eindigde de vorige column met: “Dus de quizvraag van vandaag, zie pagina 184, 2e alinea, 2e regel. Wat klopt er niet? De oplossing is te vinden via de eerdergenoemde website.” Ondanks een overweldigend aantal inzendingen zat de goede oplossing er niet tussen. Daarom hierbij maar weer eens een stukje ‘orgelles’. De hoofdpersoon van het boek ‘De nachtstemmer’ van Maarten ’t Hart was bezig met het stemmen van het ‘Seiffert’-orgel (ofwel, een orgel gebouwd door de firma Seiffert). Hij deed dat op verschillende dagdelen. Zo had hij al alle registers van het Hoofdwerk gestemd. En pas later deed hij alle registers van het Pedaal. Tot zover niks bijzonders zult u zeggen. Maar, hier zit toch echt een fout in het boek. De schrijver heeft de zogenoemde ‘transmissies’ over het hoofd gezien. Sommige pedaalregisters hebben geen eigen pijpen, maar ‘lenen’ de pijpen van een ander register. Een aantal pedaalstemmen van het Seiffert-orgel zijn de orgelpijpen van het Hoofdwerk…en die pijpen had hij al gestemd. Dit ‘lenen’ of gebruiken van pijpen van andere registers worden ‘transmissies’ genoemd. Dus één rij pijpen kan zo worden ingezet voor meerdere klavieren en pedaal. Dat levert een ruimte- en kostenbesparing op.

Het Willis-orgel van de Hooglandse kerk is een mooi voorbeeld. Als je op het pedaal de Trombone 16’ trekt, krijg je een forse diepe pedaaltoon. Trek je op het Great organ de Double Trumpet 16’ ook dan hoor je een forse trompetklank met een lage ligging. Twee verschillende registerbenamingen, dus normaliter tref je twee rijen pijpen aan. Maar hier wordt van dezelfde pijpen gebruik gemaakt. De onderste 31 tonen van de Double Trumpet (die je met de hand bespeelt) zijn dezelfde als de pedaaltonen van de Trombone. Maar het is geen gek idee. Met de hand bespeel je nauwelijks het onderste octaaf van het klavier, dus die pijpen bespeel je toch al bijna alleen met je voeten. Ook trek je de Trombone vaak eerder dan de Double Trumpet (die bewaar je tot het laatst vanwege het aanzienlijke volume), dus het zit elkaar ook niet in de weg. Je ziet dit bij veel Engelse orgels, dat een aantal registers op het pedaal
‘gewoon’ gebruik maken van pijpen die bij een bepaald klavier horen.

Nog een voorbeeld, het Willis-orgel heeft een Double Open Wood 32’ en een Open Diapason 16’, dezelfde soort vierkante houten pijpen die eenzelfde klank voortbrengen. Je zou denken dat dat 60 pijpen zijn, namelijk twee x 30 tonen. Maar het zijn er maar 42. De Double Open Wood 32’ heeft twaalf eigen pijpen voor de onderste twaalf tonen, maar vanaf de tweede ‘c’ (en hoger) wordt gebruikt gemaakt van de laagste toon van de 16’ (en hoger).

Als je wilt uitrekenen hoeveel orgelpijpen een orgel heeft, dan moet je dus goed kijken of elk genoemde register zijn eigen pijpen heeft of dat sprake is van ‘geleende’ pijpen. Ons Forster & Andrews-orgel heeft dergelijke transmissies overigens niet . Dus elk register heeft zijn eigen rij pijpen, en dat zou het tellen van de pijpen moeten vereenvoudigen. Helaas, dat gaat ook weer niet op. Want de Dulciana en de Voix Celestes missen het onderste octaaf (niet erg, die registers gebruik je nooit in het onderste octaaf), en is dus ook een gevalletje ruimte- en kostenbesparing.

Maar we hebben ook weer extra pijpen om een mooi front te creëren maar die niet ‘spreken’, dat zijn zogenoemde ‘dummies’. Aan weerszijden van het orgel staan in totaal zes ronde gedecoreerde pijpen in het zicht, maar die hebben louter een esthetische functie. Ze zijn niet op de wind aangesloten en niet aan een toets verbonden. Ook als u naar de drie ‘piramides’ kijkt, ze doen het niet allemaal. Het was voor mij even zoeken, maar van de grote Open Diapason 8’ staan er 28 achter het front (voor u niet zichtbaar). 56 tonen min 28 is 28 (toch?), dus het front moet dan bestaan uit 28 resterende pijpen. Maar de piramides hebben in totaal 29 pijpen (9 + 11 + 9), dus dat betekent dat er eentje teveel staat. Ik had de neiging om nu de volgende quizvraag te lanceren “Welke pijp is dan een dummy”, maar ik kan niet toestaan dat mensen het orgel inklimmen (houdt u maar gewoon 1,5 meter afstand…). Dus hierbij de oplossing: de negende pijp vanaf links doet het bewust niet.

Tot slot, ik sluit overigens niet uit dat de schrijver het wel weet van die transmissies, maar dat het voor het verhaal beter was als de ‘nachtstemmer’ zich die ‘dag’ nogmaals in die kerk zou vertonen. Maar dat terzijde.

Frank Resseler