In mijn hoedanigheid van belastingadviseur houd ik mij alleen bezig met btw en dan bijna alleen met internationale btw-vraagstukken. Kom dus vooral niet na de viering vragen stellen over uw aangifte inkomstenbelasting, ik heb met de mijne al moeite genoeg. Eind 2019 werden wij door Aziatische zakenrelaties benaderd om in China een workshop over mijn vakgebied te houden. Ik zou naar Shenzhen reizen om daar samen met mijn ‘native speaker’ Chinese collega ons kantoor te promoten. Begin januari 2020 zei zij ineens tegen mij dat we heel even moesten wachten, zij had contact gehad met haar familie en haar boodschap was ‘I do not know exactly, but there is something going on…’ (‘Ik weet nog niet precies wat, maar er is daar iets gaande..’). Nou, dat weten we inmiddels, we hebben te maken met online vieringen.

Ik gebruik dit moment maar eens even om die onlinevieringen te evalueren, vanuit mijn perspectief als organist. Conclusie nummer één: het geklep voor de viering is niet verstomd, het is feitelijk zelfs erger. Zodra ik van het team technici (waarvoor hulde overigens, de techniek werkt ook niet altijd mee) het seintje krijg dat we live gaan, begin ik met orgelspel en vanwege het feit dat alle speakers en microfoons aan staan (en niet alleen die op het orgel is gericht) hoor ik meteen alles nóg beter dan anders. En alle onlinekijkers dus ook. Door het live kunnen meegenieten of het achteraf terug te kijken / luisteren, is het (onnodige) gecommuniceer tot in de eeuwen der eeuwen vastgelegd. Mocht u nog twijfelen aan mijn subjectieve waarneming, het bewijs is nu onomstotelijk geleverd! Ik ben fiscaal jurist, dus ik hecht belang aan objectieve bronnen.

Tweede conclusie: ons orgel klinkt als een lek harmonium. Alhoewel het orgel onderhoud nodig heeft, vorengenoemde microfoons zijn daar debet aan. Klaarblijkelijk staan alle microfoons tegelijk aan of uit en dat levert een probleem op. De microfoons van de ‘kansel’ pikken het orgelgeluid op en reproduceren dat geluid via de speakers. Dat heeft tot effect dat het orgel ‘zwevend’ gaat klinken. Dat zwevende geluid komt weer via internet tot u, en het resultaat daarvan is zeer bedroevend te noemen. Ik luister als ik heb gespeeld altijd terug, want daar kan je weer van leren. Dat terugluisteren is echter geen pretje. Ik wens daar dan snel geen actieve herinnering meer aan te hebben…

Volgende conclusie: het samenspel met musici is leuk en inspirerend! We hebben een aantal goede musici in onze gelederen en dan is het fijn musiceren. Omdat niemand mee hoeft te zingen kan een violist(e) of fluitist(e) de liedmelodie spelen en ik kan me dan richten op een begeleiding die (hopelijk) sfeervol is en niet afleidt van de melodie. Onlangs begon ik het lied na de overweging met liggende akkoorden op de zachte zwevend gestemde registers (die dus bewust zo gestemd zijn, dit heeft niets met de eerdergenoemde microfoons te maken) met de melodie een octaaf lager gespeeld op de Waldflöte 4’ (een van mijn favoriete registraties). Na de slotnoot van couplet één liet ik het begeleidende akkoord gewoon liggen, waarna Bertien met de viool ‘inviel’ en de melodie van couplet twee speelde. Dat blijft zeker wel een actieve herinnering!

Maar toch, ondanks dat de onlinevieringen wel uitkomst bieden en er ook mooie muzikale momenten ontstaan… er kan toch niets op tegen live zingen en begeleiden. Ik mis een volle kerk, ik mis de interactie tussen de aanwezigen en het orgel, ik mis de meditatieve muziek na de overweging waar je aan de aanwezigen merkt of het aanslaat (of niet), maar het meest toch de samenzang waarbij een loflied samen wordt opgebouwd naar een feestelijk laatste couplet, met (ja, u kent mij) alle registers open.

Ik verheug me dan ook zeer op mijn eerste viering waarbij er weer gezongen mag worden. Laten we dat niet te snel doen, op het moment van schrijven staat de gezondheidszorg nog steeds onder druk. Maar de laatste conclusie van deze column is wel, mits de liturgie het toelaat, bij die eerste viering gaat het dak er wat mij betreft af! Menig voorbijganger zal ongetwijfeld denken ‘There is something going on…’.
Frank Resseler