Eerder dit jaar, tijdens de koffie na de dienst, kreeg ik de vraag: “Waarom zijn houten pijpen vierkant en metalen pijpen rond?”. Ik ben geen techneut, maar ik kan me zo voorstellen dat een ronde houten pijp maken heel bewerkelijk is (en geen idee hoe die dan wel / niet klinkt) en dat het solderen van rechte hoeken met metaal eveneens een uitdaging is. Daarbij komt dat lucht vrij van hindernissen door een pijp moet stromen voor een egaal geluid en elke oneffenheid heeft direct invloed op de klank. Daarom ligt het voor de hand dat houten pijpen vierkant zijn en metalen pijpen rond, je krijgt zo geen hindernissen in de pijp zelf.
Als u naar ons orgel kijkt geeft u mij direct gelijk (iets dat organisten in het algemeen sowieso graag zien). Vooraan staan de ronde pijpen van de Open Diapason 8’ van het Great Organ (onderste klavier), aan de zijkanten ziet u de vierkante pijpen van de Bourdon 16’ van het pedaal.

Wereldwijd geldt voor alle orgels hetzelfde: houten pijpen zijn vierkant, metalen pijpen zijn rond. Maar er zijn zeldzame uitzonderingen. Zo heeft het Willis-orgel in de Anglicaanse kathedraal van Liverpool (al eerder aan de orde gekomen in de column over die ‘toeters’) een ‘Flute triangulaire’: een driehoekige houten fluit. In de Verenigde Staten beschikken meerdere orgels over een dergelijk driehoekig register, maar dan nog zijn ze uiterst zeldzaam.

In ons orgel staan ook alleen maar vierkante houten en ronde metalen pijpen. Maar let op, ze staan niet allemaal loodrecht overeind, zoals de vanuit de kerkzaal zichtbare pijpen. Alle pijpen van het Great Organ staan wel rechtop, tenzij ondergetekende in het orgel is geweest om te stemmen. Ik heb ooit al eens beschreven hoe krap het in het orgel is, waardoor de kleinste pijpjes van de Fifteenth 2’ de neiging hebben om om te buigen, zodra er sprake is van fysiek contact met ondergetekende…

In het Swell Organ is het anders. Alle pijpen bevinden zich in een aparte box met die beweegbare lamellen. Het houten omhulsel is echter te klein voor de grootste pijpen. Om ze er toch in te krijgen, is de vorm aangepast. Achterin staan de pijpen van de Open Diapason 8’ (ja, we hebben er dus twee van deze klankkleur), en de grootste ervan zijn gebouwd met een ‘knik’. Het bovenste deel maakt een hoek ten opzichte van de rest. Deze achterste geknikte pijpen zijn van hout (en dus vierkant). Daarvoor staan ook enkele geknikte metalen pijpen. Om het geknikte deel niet verder te laten inzakken zijn ze met stoffen lintjes aan eerdergenoemde houten pijpen vastgemaakt.

Maar dan de grootste pijpen van de Oboe 8’: die zijn ‘verkropt’. De schalbeker begint ‘normaal’ en gaat omhoog, maar na een aantal decimeter volgt een bocht van 180 graden en loopt de beker omlaag. Vervolgens maakt de beker weer een hoek van 180 graden en loopt het restant van de beker weer omhoog. Het voordeel is dus dat langere pijpen qua hoogte minder ruimte in beslag nemen, het nadeel is dat hij ‘in de breedte’ meer ruimte in beslag neemt, waardoor eventueel onderhoud aan of het stemmen van de pijpen erachter wordt bemoeilijkt.  Maar door deze ‘verkropping’ past de Oboe wel mooi in onze zwelkast en daar is ondergetekende erg content mee. Mits bij stem is dit register bruikbaar als zowel soloregister alsmede bij de ondersteuning van de (luider) te zingen coupletten.
Er zijn overigens altijd weer uitzonderingen op hetgeen ik hiervoor heb uitgelegd. Normaliter staan orgelpijpen recht overeind (of geheel horizontaal, zie wederom de column over ‘toeters’), maar zoekt u via Google maar eens op ‘Organ Walt Disney concert hall’. Sommigen noemen dit een waar kunstwerk, anderen vermoeden overmatig drankgebruik van de architect.

En tot slot, met het begrip ‘overeind’ kan je twee kanten op. Zo is er in Auckland (Nieuw Zeeland) een orgel van de huidige Willis-firma, waarbij in verband met de beperkte beschikbare ruimte binnen de kerk een aantal pijpen ondersteboven is opgehangen. Zo zie je maar, waar een wil(l) is…

 

Frank Resseler