Vol verwachting kijken we als geloofsgemeenschap uit naar de komst van de nieuwe predikante. Een nieuwe tijd, waar ook ik me erg op verheug. Maar voor het zo ver is, wil ik u graag vertellen over de reis die John en ik met behulp van het afscheidscadeau van de Regenboog en alle gasten bij mijn afscheid gemaakt hebben. Het was een prachtige tijd,- met dank aan o.a. de geloofsgemeenschap.
Afgelopen zomer zijn we direct aan het begin van de vakantie vertrokken. De eerste dagen brachten we door in New York, waar we Manhattan verkend hebben. Heel veel hoge gebouwen, heel veel mensen, een broeierige drukkende warmte, maar ook heerlijk aan de oevers van de Hudson zitten en genieten van het water en het briesje. Little Italy, Little China, Soho, het zakendistrict en …. wat al lang op mijn verlanglijstje stond… Grand Central Station en de Openbare Bibliotheek. Twee prachtige gebouwen waar nog altijd druk gebruik van wordt gemaakt.
Bijzonder waren de platen met teksten uit boeken die op de route naar de bibliotheek in het trottoir verwerkt waren. Een andere dag hebben we gewijd aan musea: The Cloisters in de onaangetaste natuur langs de Hudson en het Metropolitan Museum.
Vanuit New York vertrokken we per trein naar Washington. Helaas wil ook in de VS wel eens iets misgaan. De trein was al vertraagd aangekomen, wat mij als doorgewinterd treinreiziger enigszins wantrouwend maakte. En ja hoor, tijdens de reis stopte de trein een aantal keren vanwege een ‘minor problem with the engine’. ‘Really minor’. Maar ondanks dat bracht de trein ons keurig in Washington. We hebben Georgetown bezocht en het Witte Huis gezien, het Capitool, de kersenbomen, enz. enz.
In Washington huurden we een auto en reden in een aantal dagen via Virginia en, North Carolina naar Charleston in South Carolina. Een gebied waar je niet veel buitenlandse toeristen aantreft. Eén van de oudste gedeelten van de opstandige Britse kolonie van destijds. Onderweg bezochten we Monticello, het huis dat ontworpen, gebouwd en bewoond werd door Thomas Jefferson, één van de opstellers van de Onafhankelijkheidsverklaring. Ik heb me nooit gerealiseerd wat voor waagstuk het uitroepen van de onafhankelijkheid destijds voor de
Founding Fathers geweest moet zijn. Jefferson was stervende toen de onafhankelijkheidsverklaring bijna 50 jaar oud was. Steeds als hij even wakker was, vroeg hij: is het al de 4e juli? Toen hij eindelijk het antwoord kreeg dat het 4 juli was, op de kop af 50 jaar na het uitroepen van de onafhankelijkheid, stierf hij die dag. Het experiment van het uitroepen van een onafhankelijke staat was uiteindelijk levensvatbaar gebleken. Ook zijn politieke collega en rivaal John Adams stierf op precies die dag.
In Charleston hebben we een week gelogeerd bij een vriendin van me, die ik al vanaf de wieg ken. Normaal gesproken komen zij en haar man naar Nederland dus het was erg leuk om nu eens haar leven mee te kunnen maken en te kunnen zien hoe ze daar woont, werkt en kerkt. We maakten kennis met een aantal medegemeenteleden toen ze naar haar repetitie van het Bell-choir ging. Ik heb de indruk dat dat een typisch Amerikaanse vorm van muziek maken is. Ik kan me niet herinneren hier ooit een groep mensen gezien te hebben die met klokken van verschillende toonhoogten samen liederen en muziekstukken spelen. Charleston is een voor Amerikaanse begrippen oude stad, één van de belangrijkste havens voor de slavenhandel destijds. Toch is maar een 7% van de mensen die uit West-Afrika aangevoerd werden, daar aan land gekomen. Dat tekent wel hoeveel mensen er naar Zuid-, Noord- en Midden-Amerika verscheept moeten zijn. Langzamerhand is men zich van deze geschiedenis steeds meer bewust. Er was dan ook een museum in wat vroeger een slavenmarkt was en op de plantage die we bezochten werd ook een ‘slave-tour’ georganiseerd waarin ons uitgelegd werd dat het West-Afrikanen waren geweest die het land ontgonnen hadden en er de rijstcultuur hadden geïntroduceerd.
Na twee weken oosten vlogen we naar Denver waar we begonnen met onze tocht door het westen van de VS. We bezochten de Rocky Mountains, reden via eindeloze prairies naar het Custer State Park (bisons!!) en vandaaruit naar Cody. Dit was het gebied van het ‘wilde westen’. In Cody, de plaats waar Buffalo Bill vandaan kwam en die naar hem genoemd is, is zijn hotel Irma nog in vol bedrijf. Hetzelfde hotel Irma waar hij zijn laatste dagen sleet. Ook zijn daar blokhutten verzameld uit het roemruchte verleden van het Wilde Westen zoals de blokhut waar de ‘Hole in the Wall’ gang had gebivakkeerd (Butch Cassidy and the Sundance Kid voor filmliefhebbers).
Het volgende National Park was Yellowstone. Indrukwekkend met zijn verschillende landschappen, zijn dieren (overal werd voor beren gewaarschuwd, maar het enige dat we zagen waren herten) en er zijn geisers en bronnen. Daarna trokken we naar de woestijngebieden en bezochten er Arches met zijn door erosie ontstane natuurlijke bogen en al zijn rode steenformaties en Monument Valley, al even onherbergzaam maar in eigendom van de Navajo-indianen die er met behulp van toerisme overleven. Daar werd duidelijk hoezeer de streek leed onder het uitblijven van de zomerregens. Men vertelde dat hele kuddes mustangs,- wilde paarden -, afgemaakt hadden moeten worden omdat het gras, voorzover aanwezig, geen voedingswaarde meer heeft.
Natuurlijk bezochten we ook de Grand Canyon- indrukwekkend -en via Las Vegas daalden we af naar Death Valley: het laagste en volgens mij ook warmste punt van Amerika. Ergens boven op een berg zagen we een bordje hangen dat aanduidde waar de zeespiegel was en de temperatuur was er op dat moment 52 graden Celsius. Op zo’n moment ben je blij met de airco in de auto! En wat een overgang toen we de volgende dag naar de kust van Californië reden en ontdekten dat het daar zo’n 16 graden was. Dat weerhield de zee-olifanten niet om in grote getale aanwezig te zijn langs de kustroute richting San Francisco. De laatste dagen hebben we die stad bekeken. Het was onthutsend hoeveel zwervers er op straat woonden en dat terwijl het er meestal behoorlijk koud was als de mist nog niet opgetrokken was. Maar het was een belevenis om de Golden Gate in het echt te zien. Tot dan toe kende ik hem voornamelijk van het stedenkwartet dat ik als kind had. Heel bijzonder ook om te zien hoe de mist om die enorme staanders hing. Zo sloten we ons bezoek aan de Verenigde Staten af. Het waren een intensieve en boeiende vijf weken geweest en we denken er nog vaak aan terug. Heel veel dank aan iedereen die het ons mee mogelijk heeft gemaakt om deze wens in vervulling te laten gaan!
Een hartelijke groet, mede namens John, Inge Smidt