Van de ‘Hemel op aarde’ (vorige column) naar ‘personeelsuitje’ is een vrij grote overgang. Maar aangezien ons uitje zich deels afspeelde in de Hooglandse kerk is de overgang al kleiner, de Hooglandse kerk is qua orgel(s), akoestiek en kathedrale uitstraling wel een kleine versie van St. Pauls… Het verschil is wel dat ik van St. Pauls (nog) geen sleutel heb.  

Ons kantoor staat in Dordrecht en veel van mijn collega’s waren tot eind oktober onbekend met het fenomeen ‘Leiden’. Iets met hutspot, haring en wittebrood dat kent men nog wel, maar nu was het toch eens tijd om het historisch culturele niveau op te krikken. We begonnen in Naturalis en jazeker, daar staat een orgel. In één van bovenste zalen genoemd ‘De verleiding’, staat iets dat op een vierdehands elektronisch orgel lijkt, met daarbij voor de sier een paar orgelpijpen. Bezoekers kunnen de pedaaltoetsen indrukken en dan komt er geluid uit. Dat geluid is overigens op geen enkele manier te associëren met een orgelklank, dus naar mijn bescheiden mening hebben ze bij Naturalis meer verstand van dino’s…    

Daarna arriveerden we bij de Hooglandse kerk. Daar heb ik het Willis-orgel gedemonstreerd inclusief uitleg over hoe een orgel werkt e.d. Aangezien Dordrecht relatief dicht bij Rotjeknor ligt (sinds mijn dochter daar op kamers woont weet ik dat die stad inmiddels ‘Roffa’ heet), hebben we te maken met een relatief hoge voorkeur voor de voetbalclub die ‘op zuid’ speelt in een stadion vernoemd naar een houten wasbak. Ik heb die collega’s een plezier gedaan door te improviseren over een melodie die men daar pleegt te zingen. Iets met ‘hand in hand’ en dat is sowieso al raar, want als een veldspeler met de hand aan een bal zit, wordt er gefloten voor een overtreding. Maar het werd gewaardeerd.

 Daarna een minirecital met muzikale verrassingen. Iedereen dacht dat ik alleen op het Willis-orgel zou spelen, maar stiekem ben ik weggeglipt om ook het De Swart Van Hagerbeer-orgel te bespelen. Nietsvermoedend boven aangekomen hoor ik ‘Hoi, ik ben er ook’, dat bleek Willeke, de organist ter plaatse. Ik schrok mij dusdanig te pl… dat de bekendste Toccata van Bach een iets andere uitvoering kreeg dan gehoopt. Maar ik doelde niet op deze verrassing, u kent Debby inmiddels ook wel en zij heeft gezongen en piano gespeeld. Voor degenen die Debby nog niet kennen, hier het CV zoals opgenomen in de door mij geschreven toelichting in het recitalprogramma: “Muzikale duizendpoot, met nadruk op zang, piano, harp en gammele pardon gamelan instrumenten.

Speelt ook heel goed geen orgel. Vandaar dat Frank de afgelopen twintig jaar veelvuldig als begeleider is ingehuurd.”

Ter volledigheid, voor degenen die mij ook nog niet kennen, bijgaand mijn CV: “Is al meer dan dertig jaar organist van Kerkelijk Centrum de Regenboog te Leiden, in de veronderstelling dat-ie kan orgelspelen. Heeft (mogelijk juist) de reputatie dat ‘harder’ altijd ‘mooier’ is. Mede dankzij zijn onvermoeibare inzet is in 2015 het Willis-orgel in de Hooglandse kerk geplaatst, welk orgel inmiddels ook in het binnen- en buitenland bekendheid heeft gekregen.”

 Het mooiste moment was na mijn openingsfanfare (zie hierboven de opmerking over mijn reputatie), een Ave Maria, waarbij Debby stiekem achter de aanwezigen was gaan staan. Ik begon het stuk zacht, Debby viel in en liep zingend tussen het publiek door naar het orgel. Dat werd als erg indrukwekkend ervaren. In het kader van het historisch culturele besef schreef ik daarover: “Om iedereen wakker te schudden wordt er geopend met een stuk met fanfare-achtige passages, met gebruik van de twee luidste registers van het Willis-orgel: de Trumpet 8’ en Clarion 4’. Erg handige tools (beide 86 decibel..) voor het geval bezoekers menen te moeten praten terwijl de organist(e) probeert op hoog niveau te musiceren. Als contrast wordt daarna een Ave Maria uitgevoerd van Caccini. Het enige is dat men ontdekt heeft dat een of andere Rus dit in de jaren 70 van de vorige eeuw heeft gecomponeerd. Maar om commerciële redenen doet ‘Caccini’ het beter dan ‘Vavilov’…”

 Tot besluit van deze historisch culturele bijdrage dan ook maar de passage over mijn slotstuk: “Tot slot een favo van Frank, met als disclaimer dat de organisatie niet aansprakelijk kan worden gehouden voor gehoorschade en hartritmestoornissen. Applaudisseren mag.” Het was een mooie dag!
Frank Resseler