Koffie? Ja, lekker! Koffie staat voor gezelligheid, voor contact en saamhorigheid… Maar dat bruine goedje heeft nog tal van andere betekenissen. De dames die ervoor zorgen dat we na de zondagsdienst direct aan de koffie kunnen gaan, noemen ze moeiteloos op: het gesprek met elkaar, aandacht, beetje bijkomen, troost, nieuwtjes uitwisselen, de foto’s van je kleinkinderen op je telefoon, maar bovenal: de ontmoeting. Met een kopje koffie in je handen is het nu eenmaal makkelijker om met elkaar contact te maken. En dat doen wij, als kerkgangers van de Regenboog, graag na iedere kerkdienst, zelfs met een aanstekelijk fanatisme. Het begint al meteen nadat de voorganger ons een goede zondag heeft gewenst. We haasten ons naar de bar en dan ontmoeten we meteen iemand met wie we in gesprek raken. En dat is nou net wat we volgens de dames van de koffie NIET moeten doen, want dan zorgen we voor een vervelend oponthoud. Doorlopen dus! is het dringend devies. Want andere mensen willen ook graag aan de koffie. En blijf vooral niet hangen tussen de bar en de keuken. Dat is pas echt irritant en zorgt voor stress bij het ‘werkverkeer.’ Het groepje ‘Koffie na de dienst’ telt maar liefst veertien trouwe leden laat het mierenboekje zien. Zoveel? “Gelukkig wel, anders ben je elke zondag de klos”, reageert Jos Huisman ad rem, “want we hebben allemaal ook een leven ná de kerk. Het is een super gezellige club met zorg voor elkaar en – héééél belangrijk – we hoeven nooit te vergaderen.”
Zondagmorgen na de klok van 11 uur, afhankelijk van de voorganger… Zodra de deuren van de kerkzaal na de kerkdienst open gaan, is het actie! “Bij het laatste lied staan we startklaar.” Sommige dames gaan achterin zitten, zodat ze ook nog de zegen kunnen meemaken voor ze naar de ontmoetingsruimte moeten. Eenmaal gestart, loopt het koffieteam als een gesmeerde motor: het tappen van de koffie, het inschenken en later voor de tweede ronde – al die ruggen en puntige ellebogen omzeilend – met de zware koffiekan door de ontmoetingsruimte. “We zijn er gewoon en we beginnen!” zegt Berry Elstak.
‘Slootwater’ of ‘te sterk’
Het zetten van de koffie gebeurt al vóór de dienst. “Soms is het moeilijk in te schatten hoeveel er nodig is”, vertelt Annet Ederveen, “vooral als het koor zingt of als er een speciale dienst is.” Maar tegenwoordig wordt er nooit meer teveel gezet. Bij ons in de Regenboog is de gootsteen nooit meer de beste klant. Niet meer sinds we een geheel nieuw koffiezetapparaat hebben. En sindsdien is de kwaliteit van ieder kopje ook altijd hetzelfde. Dat was vroeger wel anders. “De een vond het slootwater, de ander vond het te sterk”, weet Berry. “Het hing er erg vanaf hoe je eigen voorkeur was.” Deze machine werkt lekker snel en is naar ieders tevredenheid betrouwbaar en op tijd: 7 à 8 kopjes per kan en dat vele malen per koffiecorvee. Ewa Bakhuizen van den Brink en Maria Machaj benadrukken dat het inschenken voor kleinere dames soms een hele toer is. De bar is kennelijk voor grotere mensen ontworpen, voor napratende mensen die met de ellebogen op de bar willen rusten. Dat het inschenken – zo boven je macht – na tientallen kopjes – steeds zwaarder wordt als je pijnlijke handen hebt, bevestigt Annet. “Ik heb twee handen nodig voor die koffiekan. Voor mij is dat een reden om er over niet al te lange tijd mee te stoppen.” Let wel: na zo’n 25 jaar trouwe dienst!
“Soms is er zo’n speciale sfeer die rondzingt na de dienst”
Letten de koffiedames op de gezichten als de mensen uit de kerk komen? “Nee, niet echt, want dan is onze blik gericht op het inschenken. Iedereen wil zo snel mogelijk aan de koffie.” Maar desgevraagd blijken ze allemaal wel degelijk aan te voelen hoe de sfeer na afloop is. “Vooral met speciale diensten”, zegt Maria Machaj, “dat kun je voelen.” Ingrid van Leeuwen-Christ: “Zoals bij het overlijden van Paus Franciscus. Alles wat uit het leven gegrepen is, hangt dan in de lucht. Dan is er een speciale sfeer, die rondzingt als de mensen weer terug in de ontmoetingsruimte komen.” En dan, allemaal door elkaar pratend en lachend: “Tja, de ene keer is er goed gezongen, en dan waren het weer te veel coupletten, of de dienst duurde te lang of… nou ja, vul maar in. Mensen willen ook wel even hun hart luchten na dat stilzitten.”
Twee maal per jaar maakt Berry een rooster van alle koffiediensten. Mailcontact is er als er een dienst geruild moet worden. “En in noodgevallen hebben we Els Klaassen, die we als reserve altijd kunnen bellen.”
Zijn er dingen waar de groep zich aan stoort? “We zijn nooit chagrijnig en we proberen altijd alles in alle gemoedelijkheid op te lossen”, zegt Berry. Waarop Jos aanvult: “Waar ik wel de smoor over in krijg is als mensen de lege hulsjes van suiker en creamer weer terug in de bakjes leggen. Dan controleer je de voorraad en dan zitten die bakjes vol met afval!” Lachend: “Doe ze gewoon in de afvalcontainertjes die op tafel staan! Die zijn daarvoor.” Dan nog iets: de koffie na de dienst is niet gratis. Voor onze koffiemomenten moet de AKM elk jaar geld bijleggen. Het wordt dan ook heel erg gewaardeerd als koffiedrinkers hun vrijwillige bijdrage in de betaalbusjes deponeren.
Knorrende maag
En het spreekwoordelijke koekje bij de koffie? Die versnapering is er bij talloze feestelijkheden. “Het is handig als we dat van tevoren weten”, zegt Berry. Er zijn regelmatig mensen die iets meebrengen vanwege een verjaardag, trouwdag, geboorte… of mensen die vaak zelf iets bakken bij allerlei gelegenheden. “En soms is er paasbrood over,” aldus Corry Meijer. Zo’n traktatie is voor sommige mensen die het ontbijt overslaan een uitkomst. Al zul je dat bij koorleden niet vaak tegenkomen. “Niet verstandig. Anders gaat je maag zo raar meedoen”, aldus Jos. Waarop Ingrid inhaakt: “Als het koor zingt, is het ook handig om enkele glazen water klaar te zetten voor het smeren van de keel.”
En niet te vergeten: de koffie voor de geldtellers in de kerkzaal! En de limonade voor de kinderen? “Dat heeft nauwelijks nog zin. Voor die paar kinderen hoef je tegenwoordig niet meer een hele kan te vullen.” Wel wordt er regelmatig een beroep op de koffiegroep gedaan vanwege bijzondere bijeenkomsten, zoals het voorjaarsconcert en de nieuwjaarsborrel.
Met “Allerzielen buiten” is er een speciale groep van pastores en AKM-ers, die klaar zit in de koffieruimte. Zij spreken mensen aan, die een kaarsje hebben opgestoken, om te horen of men behoefte heeft aan een gesprek. “Maar er blijft weleens iemand aan de koffiebar hangen om met ons in gesprek te gaan.” Dan is een simpele vraag, zoals “Waarom steekt ú een kaarsje op?” al voldoende.
De gemiddelde leeftijd in de koffiegroep is vrij hoog. Zoals Ingrid zegt: “We zijn niet meer de jongsten.” Waarop Maria reageert met: “Maar zolang de gezondheid het toelaat, zijn we er.” De onderlinge conclusie is eenduidig: “De mensen zijn sowieso altijd blij als wij er zijn.” Of zoals Wouter Jukema in het voorbijlopen tijdens dit interview grapt: “Er is één zekerheid… er is koffie!”