Ik schrijf dit stukje begin maart en ik hoop maar dat u eind maart nog in onze kerktuin kunt zien, wat ik nu zie.De kerstroos heeft het deze winter heel lang volgehouden, de laatste bloem is nog zichtbaar. Nu is de beurt aan de donkergroene stekelige bladeren. Zij gaan de boventoon voeren en sterven in de loop van het jaar af. In de herfst zien we de plant dan weer opbloeien: de cyclus begint weer!
Met name aan de rand van het terras staan vele polletjes sneeuwklokjes uitbundig te bloeien. De viooltjes die we in de herfst hebben geplant en die het best lastig hebben in de winter, zien het weer helemaal zitten en bloeien volop. Dat geldt ook voor de lage narcissen, waarvan u vorig jaar de uitgebloeide exemplaren hebt aangeleverd: ze zijn er dankbaar voor (en wij ook) en stralen helder geel. Hebt u weer zo’n uitgebloeid bakje: wilt u dat dan in de kerktuin voor ons neerzetten? Wij zorgen voor een mooi plekje.
Op verscheidene plekken in de tuin staat de dwergiris, Iris reticulata, te bloeien, meestal helderblauw, maar er zijn ook wat paarse exemplaren. Het maximaal 15 centimeter hoge bolgewasje komt oorspronkelijk uit de Kaukasus maar voelt zich hier best thuis. Voor ons is een voordeel dat de iris het niet erg vindt om in droge grond te staan en droog is de kerktuin in de zomer! Een bijbelse connotatie kon ik deze keer niet vinden maar de Griekse godin Iris is de bode der goden. Als zij een boodschap vanuit de hemel brengt, verschijnt als brug naar de aarde De Regenboog. De iris is dus zeker op haar plaats in onze kerktuin!
Heleen Gombert