In juni is er weer de jaarlijkse Leidse orgeldag. Orgelliefhebbers uit het gehele land trekken naar Leiden om in de binnenstad te kunnen genieten van een zestal concerten, waarbij alle mooiste en bekendste orgels kunnen worden gehoord. Dit begint al direct op een promopraatje te lijken en dat zou kunnen kloppen omdat ik sinds kort ook bestuurslid ben geworden bij Stichting Orgelstad Leiden, de stichting die de jaarlijkse orgeldag organiseert. Maar ook zonder die bestuursfunctie was ik al enthousiast over Leiden als orgelstad, dus dat is niet de oorzaak. De oorzaak zijn linnen tasjes…
Met de gedachte aan al die bezoekers moest ik denken aan mijn zwager die wist te melden hoe je organisten herkent. Als je daar over nadenkt hebben al die organisten wel een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Een tweetal ervan heb ik al eens gemeld in een eerdere column, waarvan één voor iedereen makkelijk herkenbaar is. Tegenwoordig heb je vliegtuig- en treinspotters en zo, maar mocht u ooit organistenspotter willen worden: als u iemand een kerk binnen ziet lopen die zich direct omdraait en omhoog kijkt? Gegarandeerd een organist(e). Die weet namelijk dat in Nederland de meeste orgels zich aan de westkant van de kerk bevinden, op een orgelgalerij, boven de ingang van de kerk. Mocht zich aldaar geen orgel bevinden, dan ziet men direct een vertwijfelde blik en beginnende teleurstelling. Een kerk zonder orgel is als een suikerspin zonder suiker.
De echte zichzelf respecterende organist(e) overkomt dat meestal niet, want die heeft zich namelijk al goed voorbereid. Die heeft via internet (bijvoorbeeld www.orgelsite.nl en www.orgbase.nl) opgezocht wat er voor orgel staat en weet bij voorbaat al alles over de bouwer, de geschiedenis en alle klankkleuren die erop zitten. Dat in tegenstelling tot het gebouw zelf, het tweede van het vorengenoemde ‘tweetal’ is namelijk dat de meeste het geen holpijp interesseert hoe de kerk tot stand is gekomen (de klankkleur ‘holpijp’ is voor zover ik heb kunnen nagaan in alle kerken in de Leidse binnenstad te vinden en te horen). Op zichzelf wil men de kerk wel mooi kunnen vinden en een goede akoestiek is een bonus, maar voor de rest draait het alleen maar om de koning der instrumenten (volkomen terecht, red.).
Als organisten op vakantie gaan of een ander uitje hebben, is men eveneens goed voorbereid. Men weet allang of er ‘toevallig’ ergens een concert is en men is uitstekend in staat om met het reisgezelschap ‘toevallig’ net op dat moment in de buurt te zijn. En ook de orgels zitten al in het systeem. U kunt opmerkingen zoals “O, wat leuk voor je zeg, dat is wel een verrassing zeker?” achterwege laten, de organist geniet op dat moment van zijn / haar uitstekende tactische manoeuvreren. Tip: bevindt zich een organist in uw gezelschap, hou vooral zelf de leiding over het reisprogramma.
Een laatste belangrijke indicatie dat u met een organist (M, geen V) te maken heeft is… het linnen tasje. Daarin bevinden zich een thuis gesmeerde lunch in twee plastic zakjes en een keuze uit een thermosfles thee of kleine pakjes appelsap. Met een beetje geluk treft u ook nog een krentenbol aan. De doorgewinterde organist heeft ook nog wat muziek mee, want stel je voor dat je ergens kan spelen, dan wil je niet zonder. Mijn eerste diensten in de Regenboog, nu al meer dan 30 jaar geleden, gingen ook vergezeld van een dergelijk wit geval, met twee lange hengsels. Erg handig als je moet fietsen, je hangt hem over je schouder en je komt er wel. Sinds ik mijn fiets niet meer nodig heb (ik heb immers een auto…) heb ik mijn zwarte leren (akten)tas, die kunt u op de orgelbank zien liggen als ik er ben.
Maar op de jaarlijkse Leidse orgeldag zijn deze tasjes massaal aanwezig. De Leidse horeca verdient niets extra’s, want de bammetjes worden immers van thuis meegenomen. Maar uiteindelijk zijn we blij dat er zoveel zijn, Leiden heeft zoveel moois qua orgels te bieden en het feit dat zoveel tasjes pardon mensen uit het hele land de moeite nemen om hier naartoe komen zegt genoeg. Mocht u aan de hand van deze column een organist(e) herkend hebben, zegt u mij dat ook dan even?