Toch gek hè, u kent mijn mening over het bespelen van een piano, en toch ga ik weer over piano’s beginnen. Niet één dit keer, maar vier piano’s! Ik zal dit even uitleggen. In december vorig jaar waren er allerlei festiviteiten in de binnenstad, zoals de kerstmarkt, de ijsbaan en zelfs Joris’ Kerstboom op het Hooglandse kerkplein. In verband met het vele publiek werd de kans benut om de Hooglandse kerk open te stellen voor bezoek. Op de openingsavond was de lichtjesparade, waarbij honderden schoolkinderen en ouders door de kerk liepen. Daarbij begeleid door een overdonderend Willis-orgel…dat was ik uiteraard. De organisatie wenste veel noten en veel decibellen, en dat concept heb ik wel in mijn pakket vaardigheden zitten…
Daarna was iets meer meditatief orgelspel ingepland, en zowaar mocht ik dat ook doen. Het leuke is dan, omdat de speeltafel op de begane grond staat, iedereen kan zien wat een organist(e) allemaal moet doen om er geluid uit te krijgen. Je kan dan ook de reacties van de ouders en kinderen goed horen, met op nummer 1: ‘kijk, hij speelt met zijn voeten’. Maar dat is niet de titel van deze column, die slaat op een ander gehoorde opmerking. Een klein jochie roept tegen zijn vader “….(zie titel)”. Zo had ik het nog niet bekeken. Ik zou ‘drie’ gezegd hebben, het Willis-orgel heeft drie klavieren. Maar het jochie telde ook het voetklavier (‘Pedaal’ voor intimi, red.) ook mee, vandaar vier piano’s.
Maar het jochie refereert onbewust wel aan de belangrijkste vraag die elke organist(e) wereldwijd bezighoudt. Het eerste dat diegene namelijk vraagt als men hem / haar over een ander orgel vertelt is “hoeveel klavieren heeft het?”. Klaarblijkelijk is dat belangrijke informatie. Terwijl je allerlei vragen kan stellen: “wie is de bouwer?”, “wanneer is het gebouwd”, “hoeveel registers heeft het?” e.d. Ons orgel heeft, zoals de meeste orgels in Nederland twee klavieren.
Hoe gebruik je nu twee klavieren? Nou, toen ik heel jong was bezocht ik samen met mijn vader een concert in Noordwijk. Achter ons zat een ouder echtpaar, waarbij ik de vrouw aan haar echtgenoot hoorde uitleggen dat het onderste klavier voor de linkerhand was en het bovenste klavier voor de rechterhand…. Sindsdien gaat dat echtpaar bij ons door het leven als de ‘orgelprofessoren’. Ik heb me altijd afgevraagd wat haar uitleg zou zijn bij het zien van drie of meer klavieren.
Orgels met drie klavieren hebben we er ook vrij veel van in Nederland en zelfs orgels met vier klavieren. Elk klavier vormt eigenlijk een orgel op zichzelf, en hoe meer klavieren des te meer klankkleuren heb je over het algemeen tot je beschikking. Dat is overigens niet standaard, u weet sinds mijn columns dat elk orgel uniek is. Zo zijn er twee-klaviersorgels die meer klankkleuren hebben dan drie-klaviersorgels, om maar een voorbeeld te geven.
Buiten Nederland zijn er nog veel grotere orgels. En om al die klankkleuren te kunnen bespelen zijn meerdere klavieren nodig. In Europa hebben we een select groepje vijf-klaviersorgels en in de Verenigde Staten (tsja, daar is alles gemiddeld groter, inclusief organisten….) heeft het grootste orgel ter wereld er zeven. Omdat je armen te kort zijn om de bovenste klavieren te bespelen, heeft men dat opgelost door de klavieren vanaf het vierde steeds schuiner te plaatsen. Het bovenste klavier staat in een hoek van ongeveer 70 graden (en dus meer verticaal dan horizontaal). Het nadeel is dan dat de muzieklessenaar waarop je je bladmuziek neerzet zo hoog hangt dat je tijdens het spelen omhoog moet kijken.
Halve klavieren hebben we ook, zij het in Nederland zeer sporadisch. Het betreft het rechterdeel (ook wel discant genoemd), het linkerdeel (de baskant) ontbreekt. Een dergelijk half klavier dient om bepaalde melodie- / sololijnen ten gehore te brengen, daarvoor heb je de lagere octaven niet nodig. Scheelt ook ruimte en geld.
Halve zolen hebben we trouwens ook. Degenen die zoals het officieel hoort met schoenen aan spelen (niet op mij letten a.u.b.), kennen het verschijnsel dat slijtage heet. Kerkgangers plegen die term vaak te reserveren voor de organist(e) die zeg maar ehhh, nou vult u dat zelf maar in…
En we begonnen met vier piano’s, maar we eindigen met nul. Op het moment van schrijven heb ik net een viering achter de rug en constateerde dat de piano in de kerkzaal weg was.
Frank Resseler