Wat een mooi afscheidsgeschenk kreeg De Regenboog van de Italiaanse Kerk in Leiden: een olijfboom! De officiële naam van de boom is Olea europaea. Dat laatste is een beetje overdreven: de olijfboom komt voor in het hele Middellandse zeegebied, dus ook in het Heilige land. Hij bloeit met kleine wit/gele bloemetjes. De vruchten, die pas na zo’n 10 jaar verschijnen, zijn zwart. Daaruit wordt olijfolie geperst. In bijbelse tijden in een pers met rechtopstaande maalstenen. Van de olijven van een volwassen olijfboom wordt wel 500 liter olie geperst.
Naar de olijfboom of producten ervan wordt in de bijbel vele malen verwezen.
In het boek Genesis komt na de zondvloed, de duif aangevlogen met een jong olijfblad in haar snavel. De duif met een olijftak: een universeel symbool van vrede en vriendschap.
In Exodus staat vermeld dat voor de verlichting van de tabernakel zuivere olijfolie moet worden gebruikt in de altijd brandende lampen. In vele kerken en kloosters branden ook nu nog olijfolielampjes.
In Deuteronomium wordt de eigenaar van een olijfgaard vermaand om na de oogst niet meer na te gaan of wel alles is geoogst: het restant is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen immers!
Olijfolie werd gebruikt om koningen te zalven (zie het boek Samuel I) of om wonden te verzorgen (de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan in Lucas).
Hosea spoort Israël aan terug te keren van haar dwalingen: Het volk zal pronken als een prachtige olijfboom en geuren als de ceders op de Libanon.
Gethsemane, wat olijfpers betekent, was een olijvenhof. Volgens de verhalen staan er nog bomen, die geplant zijn in het geboortejaar van Jezus: 2000 jaar oud dus!
Kortom: een toepasselijker boom voor een kerktuin is haast niet denkbaar.
Voor de volledigheid vermeld ik in dit jaar waarin de Olympische spelen worden gehouden dat in het oude Griekenland de winnaars van de Olympische spelen geëerd werden met een olijfkrans.
Ons olijfboompje is nog niet zo groot en draagt ook nog geen vruchten, maar: we wensen hem een mooie toekomst toe en hebben hem een mooi warm plekje gegeven.
Heleen Gombert