U hebt het vast wel gemerkt: de Regenboog heeft aan de parkzijde een flinke opknapbeurt gehad: de noordgevel is geïsoleerd en voorzien van nieuwe beplating. Ook is het terras opgehoogd en vanuit de ontmoetingsruimte nu makkelijk te betreden. Dat geldt helaas niet voor de kerktuin! Om daar te komen is een flinke afstap noodzakelijk. We gaan er vanuit dat dat spoedig in orde wordt gebracht. Want er staat weer van alles in bloei in onze tuin.

Blikvangers zijn momenteel de narcissen: de kleine Têtes à Têtes (overgehouden bolletjes van bakjes uitgebloeide exemplaren die u vorig jaar voor ons neerzette) en wat grotere narcissen met oranje harten. U moet me maar vergeven dat ik niet van alle ongeveer 5.000 soorten de naam ken.

Bescheidener bloeit het Longkruid (Pulmonaria) met blauwe, na enige tijd naar roze verkleurende bloemen. Vroege wilde bijen zijn er dol op. De plant heeft zilverkleurig gevlekte bladeren. Volgens de legende zijn die vlekjes afkomstig van moedermelk, die Maria morste tijdens het voeden van het kindeke Jezus. In vroeger tijden vond men dat de vorm van de bladen deed denken aan de longen en werd aan de plant een genezende werking bij longkwalen toegeschreven.

Polletjes Sleutelbloem (Primula veris) staan in het geelvak, het verst van de kerk af. Als het Bulletin uitkomt, zijn vast al de gele bloemen te zien die de welwillende beschouwer kunnen doen denken aan sleutels. Het verhaal wil dat Sint Pieter, de sleutelbewaarder aan de hemelpoort, eens zijn sleutels op de aarde liet vallen en dat daar deze gele bloemen groeiden. Eigenlijk zou de plant dan ook in iedere Leidse tuin moeten groeien!

De bollen, die u ons hebt geschonken en die wij in november plantten, doen reuze hun best boven de grond te komen. Ik heb goede hoop daarover iets in het volgende Bulletin te kunnen schrijven.

Heleen Gombert