Ik eindigde de vorige bijdrage met de ‘Waldflöte’: een Duitse benaming op een Engels orgel. We duiken even in de geschiedenis om dit te verklaren.
Ons orgel is in 1875 gebouwd door de firma Forster & Andrews. U had dat zelfs kunnen weten, want hun naamplaatje en het jaartal 1875 staan vermeld op een klein bruin houten plankje dat pal boven de organist(e) aan de kast is bevestigd. James Alderson Forster (1818–1886) en Joseph King Andrews (1820–1896) startten hun firma in 1843 met een werkplaats in Hull. Hull is een havenstad aan de oostkust van Engeland. De keuze voor deze plaats is niet toevallig, er werd namelijk veel hout uit diverse werelddelen met schepen aangevoerd en zo hadden beide heren de mogelijkheid om aan eersteklas hout voor hun instrumenten te komen. Het feit dat dat een goede strategie was bewijst ons orgel: het is sinds 1875 nooit grondig gerestaureerd en het staat er nog behoorlijk goed bij.
Ons orgel is destijds gebouwd voor de Congregational Church in Oundle. Het stond achter het altaar / spreekgestoelte op de begane grond. Alle kerkgangers keken richting de voorganger, met daarachter dus ons orgel. Ik heb via digitale archieven en contacten bij de plaatselijke Historical Society oude zwart-wit foto’s kunnen achterhalen waar ik dat op heb kunnen zien. De muur van die kerk loopt halfrond, hetgeen verklaart dat de zwelkast aan de achterzijde niet vierkant maar afgerond is.
In die archieven heb ik ook de oorspronkelijke opdrachtbevestiging gevonden. Daar staat ons orgel beschreven in prachtig sierlijk handschrift. Het leuke aan zo’n zoektocht is dat je dingen ontdekt die je anders niet kan weten. Zo staat op het naamplaatje het jaartal 1875, maar het orgel is pas in januari 1876 officieel in gebruik genomen.
Ook blijkt dat de Voix Celestes (de met opzet vals gestemde pijpen, weet u nog?) destijds op verzoek van de plaatselijke organist aan het orgel is toegevoegd. Deze onbekende organist behoort sindsdien tot mijn vriendengroep, dit register mag ik graag gebruiken!
Affin, nu de Waldflöte. Tijdens de grote tentoonstelling van 1851 in Londen (de ‘Great Exhibition’) heeft de Duitse orgelbouwer Edmund Schulze (1823 – 1878) een orgel tentoongesteld. Men was zeer onder indruk van de klankkleuren die tot dan toe in Engeland onbekend waren. Engelse orgelbouwers, waaronder Forster & Andrews, begonnen deze klankkleuren / pijpen ook te maken en men hield daarbij veelal de Duitse benaming aan. Schulze had duidelijk een band met de heren Forster en Andrews: als Schulze een opdracht vanwege de orderportefeuille niet kon aannemen, verwees hij de potentiële opdrachtgevers naar hen door. In elk geval is de Duitse benaming Waldflöte dus terug te voeren op de Duitser Edmund Schulze.
In de jaren 70 werd de kerk gesloten en werd het omgebouwd tot theater. Die functie heeft het gebouw tot op heden nog steeds. Ons orgel verhuisde toen naar Nederland en werd door vrijwilligers opgebouwd in de Leiderdorpse Muzenhof ten behoeve van de muziekschool. Ik woonde destijds in Leiderdorp en ik heb er zelfs nog les op gehad. Dat verklaart mede de band die ik toch wel met het orgel heb. Even verrassend als leuk was de opmerking van een kerkganger eerder dit jaar na een doordeweekse vesper: “Jij houdt van dit orgel!”. Dat is dan bij deze verklaard.
Medio 2003 werd bekend dat de Muziekschool / Muzenhof ging sluiten. Door tijdig contact te zoeken met het bestuur hebben wij toen het orgel voor de Regenboog veilig weten te stellen. En daarmee kreeg het orgel eind 2005 zijn kerkelijke functie weer geheel terug.
Tot slot, leuk om te vermelden is (dat vind ik dan) dat in het plaatsje Nieuwer ter Aa (in de buurt van Utrecht) het eerste Engelse orgel van en voor Nederland staat. Dat orgel werd in 1898 speciaal voor de Hervormde Kerk gebouwd door de toen nog bestaande firma Forster & Andrews. Voor zover bij mij bekend zijn er nog twee orgels van deze firma in Nederland: in Noord-Scharwoude (1880, afkomstig uit Morecunte)) en Vaassen (1855, afkomstig uit Tunbridge Wells). Maar die van ons is vast het mooiste…..
Frank Resseler