De periode van carnaval is de eerste verwijzing naar de boodschap van Pasen. Het feest van het Nieuwe Leven. Met carnaval leggen we ons oude leven af. We laten zien wie we echt zijn. Dit gebeurt door te verkleden, maskers te dragen en uitbundig contact hebben met elkaar. Ons zakelijke gezicht, onze burgerkleding, we nemen er afstand van om zo te laten zien wie we echt zijn (zouden willen zijn!) Het feest werd ingesteld in de Middeleeuwen. Carnaval diende, zo wordt beweerd, om afkeer van een leven met een puur aards karakter op te wekken, door de mensen enkele dagen heel concreet te tonen én te laten ervaren wat het betekent als het kwaad en het eigenzinnige in de mens regeren. Tijdens de carnavalsdagen ontdekken we op deze manier dat het los laten van oude gewoontes niet zomaar lukt. Daar is meer voor nodig. Na drie dagen uitbundigheid komen we tot inkeer, de veertigdagentijd neemt een aanvang te beginnen met Aswoensdag.
Marianne Hoogervorst – pastoraal werkster