Eind september van dit jaar is er een eind gekomen aan de betrokkenheid van Peet Valstar bij onze geloofsgemeenschap. Peet begon zijn werk in januari 2015 met de bedoeling dat hij tot eind 2017 zou blijven, maar door een reorganisatie bij het landelijk dienstencentrum van de Protestantse Kerk Nederland is het eerder afgelopen. Voor Peet betekende deze reorganisatie niet alleen het einde van zijn werk in de Merenwijk, maar ook het einde van een lang werkzaam leven in dienst van de kerk. In 1978 begon hij als kerkelijk werker in de evangelisatie. Daarna was hij achtereenvolgens toeruster voor de Gereformeerde Kerken in Zuid-Holland, adviseur gemeenteopbouw in dienst van de landelijke kerk, classisconsulent, gemeenteadviseur en kerkelijk opbouwwerker. In die laatste hoedanigheid was hij betrokken bij de Regenboog. Zijn inzet werd mogelijk gemaakt door de overgangsregeling van de Protestantse gemeente Leiden om te helpen bij de overgang van een volledige predikantsplaats naar een halve predikantsplaats. Veel van wat Peet voor de Regenboog heeft gedaan, is achter de schermen gebeurd waardoor hij bij de meeste Regenbogers niet erg bekend zal zijn. Toch is zijn steun van onmisbare betekenis geweest. Zo heeft hij zich bezig gehouden met de organisatie van het pastoraat, de begeleiding van de pastores, AKM en wijkkerkenraad, identiteitsontwikkeling van de geloofsgemeenschap met de inspiratie-avond ‘Kijken met ander ogen’ en het visitekaartje als tastbare resultaten, vrijwilligersbeleid en generatiewisseling. Op al die terreinen heeft Peet met zijn ervaring, wijsheid en kundigheid een belangrijke bijdrage geleverd aan het reilen en zeilen van onze geloofsgemeenschap en het is dan ook jammer dat de reorganisatie hieraan een voortijdig einde heeft gemaakt. De AKM en wijkkerkenraad bezinnen zich nu op de beste besteding van de resterende gelden voor 2017. Nog in december willen zij hiervoor een voorstel doen aan de Algemene Kerkenraad van de PGL. Bij het afscheid van Peet zeggen we welgemeend ‘hartelijk dank voor je hulp, Peet’.
Peterhans van den Broek