Liefde komt pas tot zijn recht
in echte ned’righeid.
In een kribbe en een stal
volkomen, voor altijd.
Geen wieg of kraamhotel
geen babyfoonalarm.
Maar wat doeken en wat stro,
zo bleef het Kindje warm.

Ware Liefde in een stal
bestemd voor allemaal
kent geen zelfgenoegzaamheid
is wars van pracht en praal.
Zij kent geen jaloezie,
heeft eindeloos geduld.
Geloof, hoop, liefde, alle drie
zijn in die stal onthuld.

Volg de herders naar die stal
waar je de Liefde vindt.
Bescheiden in het mooiste licht,
verschenen in een Kind.
Daar is geen kerstdiner
geen kerst dat hebzucht tart
Maar een Kind dat Liefde geeft
en vrede in ons hart.

Daar voel je de ned’righeid
van Gods Zoon op aard
Daar voel jij Zijn Liefde ook
het is je zoektocht waard.
’t Is onvoorwaardelijk
Zijn Liefde voor altijd.
De Liefde van dat kleine Kind
waarvan geen mens ons scheidt.
Hans Cieremans