…en andere uitspraken. Tsja, als organist krijg je nog wel eens wat te horen. Meestal leuk, soms minder leuk. Ik speel regelmatig (lees: steeds vaker) als invalorganist elders in de regio, en als je dan op een nieuwe locatie hoort ‘jij mag terugkomen!’, das leuk. Zeker als er op die locatie een mooi orgel staat en men daar ook lekker zingt. Wees gerust, de Regenboog is en blijft mijn kerkelijk thuis en hopelijk word ik nooit als ‘invaller’ beschouwd. Het feit dat ik regelmatig elders kan invallen heeft ook te maken met de luxe die wij hebben: we hebben immers vier (capabele, red.) organisten, waardoor ik (helaas…) niet elke week in de Regenboog hoef te spelen. O ja, ons orgel is ook zo’n goede reden, dat is en blijft toch ‘mijn’ orgel. Ofwel, het is naar mijn bescheiden mening één van de fraaiste van de Leidse regio. Om (sport)journalist Mart Smeets maar even te citeren:
“Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen!”.

En deze column is daartoe een geschikt medium. Vorig jaar was er een viering met avondmaal / communie (ja, ik probeer volledig inclusief te zijn) en het idee van de voorgangster was om tijdens de uitreiking twee liederen te zingen. Mijn idee van de uitreiking is mogelijk anders, maar ik vind dat je wel alles een kans moet geven. Ik deelde daarop mede dat ik mijn ervaring dan zou kunnen publiceren in een van mijn columns. De voorgangster, die thans om begrijpelijke redenen volledig anoniem wenst te blijven, antwoordde met de volgende uitspraak: “Wij vrezen de column van de organist!”  

Een andere uitspraak die ik u niet wil onthouden (maar ikzelf eigenlijk wil vergeten) kreeg ik lang geleden te horen in Dordrecht. Voorafgaand aan een optreden van het koor van mijn vader kon de tijd worden ingevuld met passend orgelspel. De kerk in kwestie, die om begrijpelijke reden anoniem wenst te blijven, was zeg maar vrij conservatief van aard. Men verwachtte kennelijk louter stichtelijk orgelspel met toch tenminste een psalm of ander geestelijk lied als muzikaal onderwerp. Ik had net een fraaie Fanfare van een Amerikaanse componist (Richard Proulx) afgerond, en terwijl het slotakkoord wegstierf in de lange akoestiek werd er door de plaatselijke dictator (tevens organist, red.) gemeld: “En nu iets dat de mensen begrijpen”. Tsja, lekker dan. Feit is wel dat het indruk heeft gemaakt, want die uitspraak zit wel vastgeroest in mijn brein. Ik pleeg het tot op heden wel met die uitspraak oneens te blijven.

Recenter van aard zijn de volgende twee ervaringen. Als ik dan voorafgaand aan de viering op ‘mijn’ orgel aan het inspelen ben, dan probeer ik van alles uit. Ik moet bij de geplande stukken en/of improvisaties de juiste klankkleuren kiezen en bij improvisaties zoek ik naar leuke motieven, ingevingen en dergelijke. Ik meende iets leuks te hebben bedacht en toen ik aan degene vroeg die regelmatig zichtbaar en/of hoorbaar aanwezig is (doch thans om begrijpelijke redenen anoniem wenst te blijven) wat ze ervan vond, klonk de titel van deze column…Tsja, lekker dan.

En een paar weken geleden speelde ik in het Groene Kerkje van Oegstgeest. Ik ben er nog niet achter of dat gebouw altijd al zo heette of dat het iets met duurzaamheid te maken heeft, maar dat terzijde.Het orgel staat op een galerij/orgelbalkon (ook hier ben ik inclusief). Tijdens een lied voor de preek werd er vanaf deze plek door de bedenkster van “Het kabbelt lekker weg…” naar goed Engels gebruik een descant (bovenstem) meegezongen. Dat bracht de voorgangster tot de volgende opening van de overweging: “Er zit een engel bij het orgel”. Vervolgens werd gevraagd of deze engel (die om begrijpelijke redenen nog steeds anoniem wenst te blijven; het gaat in elk geval niet om Gabriël(le)) het eerste couplet van het lied na de overweging solo wilde zingen. Tsja, dat lied was tamelijk onbekend, dus dat gaf enige schrik bij de engel in kwestie. Daar is ook een bekende uitspraak voor: “God straft onmiddellijk”. Dat krijg je ervan als een organist niet serieus wordt genomen.
De overweging werd vervolgens gebruikt om in gedachten het lied in te studeren en ik moet zeggen, het klanktechnisch resultaat was toch heel geslaagd! De uitspraak die ik zelf tijdens die viering deed toen een punt van het houten snijwerk zich in mijn hersenpan boorde wordt hier niet gepubliceerd.

Nou, tot zover een aantal uitspraken die, net zoals mijn columns, mogelijk met een korreltje zout genomen moeten worden.