Dat ‘geen inspiratie’ slaat op dit moment op mijn persoon in mijn hoedanigheid van columnist. Ik kreeg een mail met de aankondiging dat er weer een deadline voor in te dienen kopij nadert, en dan moet ik mijn zaagsel weer een hogere omloopsnelheid geven om toch weer tot een soort van lezenswaardig iets te komen. Dat gaat meestal vanzelf en er zijn vaak wel bepaalde leuke gebeurtenissen of voorvallen waar ik inspiratie uit haal. Maar op dit moment is dat eigenlijk nauwelijks het geval. Dat komt toch door die ellendige oorlog in Oekraïne.

Het is amper voor te stellen dat op 24 uur autorijden er iets gebeurt waarvan we allemaal dachten dat dat toch niet meer zou voorkomen. Als Willy dienstdoet, breng ik haar daarna altijd thuis (zij woont vlak bij mij) en ik zei vandaag nog toen we door Leiden Zuid-West reden “moet je je voorstellen dat dit in puin ligt en dat je als de oorlog is afgelopen nog steeds geen thuis hebt.”. Onwerkelijk allemaal. Dat maakt toch dat er in deze column weinig te lachen valt, daar is het nu niet het moment voor.

Dus voor het schrijven weinig inspiratie, muzikaal is dat in bijna alle gevallen anders. Twee weken terug speelde ik ook, toen de zogenoemde ‘vredesmissie’ net was begonnen. Ik vond dat ik iets passends moest doen, hoe klein en onbenullig ook. Dus via Google heb ik maar eens het Oekraïense volkslied opgezocht en dat is echt een mooie melodie. Die gaf best wel inspiratie, dat heeft u toen twee keer kunnen horen. (Beluisteren) Ik bedoel daarmee het volkslied, maar de inspiratie zelf hoort daar ook wel bij. Ik bereid zo’n improvisatie wel deels voor, maar uiteindelijk is het meeste dat u hoort toch de ‘ingeving van het moment’.

Eerst de meditatieve versie na de overweging. Ik begon met zachte akkoorden met de strijkende registers Viole d’Amour en Voix Celestes van het bovenklavier, de melodie met de Waldflöte van het onderste manuaal, maar dan gekoppeld aan het pedaal (dus ik speelde de melodie met mijn voeten). Een van de mooiste klankcombinaties van ons orgel! Daarna een aantal registerwijzigingen om vervolgens op de onderste helft van het bovenklavier te eindigen met lage zachte sombere klanken, om dan met de Waldflöte nog wel de eerste twee regels van ‘Geef vrede, Heer, geef vrede’ te ‘citeren’. En ik moet zeggen dat als je dat dan speelt, met in gedachten dat er mensen vechten voor hun eigen land met dat volkslied, dat laat je niet onberoerd. En dat kan je ook horen, de gemoedstoestand van de organist heeft absoluut invloed op hetgeen u hoort. Overigens niet alleen na de overweging, maar ook tijdens het begeleiden van de samenzang. Feit is wel dat het tijdens dat muzikale moment heel stil was, waarvoor dank!
Aan het eind van de dienst heb ik het nog twee keer gespeeld, langzaam opbouwend naar een climax (u kent mij, in nagenoeg alle gevallen eindig ik met ‘vol orgel’). Het lied staat in G mineur, maar ik ben wel in ‘majeur’ geëindigd… je hoopt dat het uiteindelijk ook voor iedereen goed afloopt. En toch ook bijzonder dat er veel mensen bleven luisteren, nadat na mijn meditatieve muziek werd verteld dat het ging om het Oekraïense volkslied en dat ik dat na de viering nogmaals ten gehore zou brengen. Ik had dat wel door (ik heb geen ogen in mijn achterhoofd, maar na 33 jaar begeleiden van diensten heb je wel een zesde zintuig voor wat er in de kerkzaal gebeurt) en dan, ik spreek voor mezelf, voel je toch een soort van verbondenheid. Niet alleen als kerkgemeenschap maar ook met die arme mensen op ‘rij-afstand’.

Ik luister c.q. kijk mijn ‘prestaties’ altijd terug op YouTube, om na te gaan of mijn beleving aangaande mijn inspiratie wel klopte (en ook om er weer van te leren). Dus ik heb zojuist nogmaals even teruggeluisterd, en met dat volkslied zit je meteen weer in die negatieve modus. Ik hoop dan ook oprecht dat als ik de volgende column schrijf het ‘Geef vrede, Heer, geef vrede’ bewaarheid is geworden…
Frank Resseler