Na meer dan 35 columns vraagt de lezer zich wellicht af of er bij mij alleen plaats is voor orgelmuziek. Nou, dat is geenszins het geval. Het helpt in de meeste gevallen wel als er toetsen aan te pas komen, zoals bij een piano, klavecimbel en een…nee, géén orgel! Een orgel is eigenlijk geen toetsinstrument maar een blaasinstrument en daarmee hebben we dan meteen het educatieve aspect van deze bijdrage weer gehad.

Deze accordeonist komt niet voor in de column

Accordeons zijn ook toetsinstrumenten en dat is helaas zo ongeveer het enige positieve dat ik daarover kan melden. Ieder zijn voorkeur uiteraard (ik verwacht ook niet dat iedereen ‘orgel’ mooi vindt en dat mag u uiteraard aan mij kenbaar maken), maar de wetenschappelijke onderbouwing van mijn eigen beleving kan worden gevonden door boodschappen te gaan doen bij de Appie op het Vijf Meiplein in Leiden. De slijterijketen ‘G&G’ kan ook, maar dan word ik meteen als drankorgel bestempeld. Met een beetje (on)geluk treft u bij de ingang een zeer vriendelijke man aan die met een dergelijk apparaat ehh bepaalde klanken voortbrengt. U zult daarna begrijpen wat ik bedoel.

Toegegeven, wél heb ik jaren geleden tijdens de jaarlijkse orgeldag in Leiden (elke eerste zaterdag van juni) een Russische (?) muzikant stukken van Bach erop horen spelen en dat was wel heel knap. Ik heb zelfs een CD gekocht, maar dat moet u zien als uiting van een stukje waardering voor zijn vakmanschap (ik heb hem nooit afgespeeld denk ik). De persoon bij de Appie heeft ook een geldbakje staan, maar dat is bedoeld voor voorbijgangers die daar iets uit kunnen halen als schadevergoeding voor de onaangename auditieve ervaring.

Synthesizers hebben ook toetsen en daar word ik wel blij van. Weliswaar gaat het om elektronische / digitale geluiden, maar als je erop speelt heb je toegang tot duizenden soorten klanken, die je zelf kan veranderen met allerlei effecten. Daar ligt wel een verwantschap met mijn functie als organist. Toen ik een jaar of dertien / veertien was, bezocht ik een muziekzaak waar een hoop synthesizers en keyboards stonden. Het knopje ‘demo’ was onweerstaanbaar… de muziek en geluiden die er vervolgens uitkwamen ook, en dat keyboard heb ik nog steeds.  Een schoolvriend van mij had een synthesizer van Yamaha en allerlei opnameapparatuur (een ‘acht sporen’ recorder, waarmee je acht onafhankelijke partijen kon inspelen). Uren- en zelfs jarenlang plezier mee gehad, samen met alle toetsen muziek bedenken en opnemen. Uiteindelijk leidde dat tot ons optreden in de Doelen in Rotterdam, waar ik u al eerder over bericht heb. Kort daarna ben ik toegetreden tot het gilde der Regenboogorganisten en zo zie je maar waar een optreden in de Doelen….nee laat maar.
Ik was toen al gefascineerd door Vangelis, een Griekse musicus die als een van de eersten doorkreeg wat voor klankwereld er in zo’n elektronisch apparaat zat. Dat gekoppeld aan een enorm muzikaal talent met ook veel klassieke invloeden (het gebruik van de elektronische variant van allerlei orkestinstrumenten met ook klassieke muziekgerelateerde melodieën), hij creëerde een heel bijzondere klankwereld. Na hem jaren genegeerd te hebben (gebrek aan tijd denk ik) luisterde ik weer eens naar enkele CD’s, waarop ik direct alle CD’s die ik nog niet had, heb opgespoord en gekocht. Ook na al die jaren moet ik constateren dat het een muzikaal genie is, dus ik voel enige verwant…nee laat ook maar.

Om toch weer even terug te keren naar de Doelen in combinatie met een ander muzikaal genie, achteraf heb ik waarschijnlijk het voorlopig laatste orgelconcert in Nederland meegemaakt. De dag erna werden allerlei maatregelen in verband met Corona van kracht. Dat concert was in de Doelen waar een van ’s werelds beste organisten kwam: Olivier Latry (tijdelijk ex-organist van de Notre Dame in Parijs wegens de trieste brand van vorig jaar). Hij speelde daar een Frans programma met daarbij de hele eerste symfonie van Louis Vierne (ook destijds organist van de Notre Dame én letterlijk aldaar gestorven op de orgelbank). Alles uit zijn hoofd én o zo muzikaal. Niet alleen maar het etaleren van zijn ‘hoe goed hij is’, integendeel! Hij gebruikt zijn technische vaardigheden louter in dienst van de muziek en je krijgt echt het gevoel dat hij het speelt zoals de componist het bedoeld heeft. Fe-no-me-naal en pure bewondering.

“Alleen orgelmuziek?” Nee dus, maar als ik deze column op die avond had geschreven was de titel geweest: “Alleen orgelmuziek!”