Veertig dagen gaan vooraf aan het grootste christelijke feest PASEN. Wat minder bekend is, dat de tijd na Pasen tot aan Hemelvaart ook 40 dagen telt.
Veertig, dat staat in de bijbel voor een mensenleven lang. In deze periode lezen we dagelijks dat Jezus keer op keer verschijnt aan de apostelen. Dan volgt het onvermijdelijke: het afscheid van Jezus. Maar is het wel een afscheid?
‘Hemelvaart’ betekent letterlijk ‘opgang (‘vaart’) naar de hemel’. De Hemel is in de Bijbel een beeld voor de ‘goddelijke werkelijkheid’. Met Hemelvaart, zo leert de Kerk, wordt Christus opgenomen in die goddelijke, niet-aardse werkelijkheid, waar de wetten van tijd en ruimte niet gelden.
Doordat Christus, het hoofd van de Kerk, is verheven, zijn alle leden van zijn Kerk met de Hemel verbonden. Lange tijd is het in de R.K. Kerk de gewoonte geweest om op Hemelvaart, na het lezen van het evangelie, de Paaskaars te doven als symbool dat Jezus niet meer onder ons is. De zondag na Hemelvaart wordt tot op de dag van vandaag ook wel ‘wezenzondag’ genoemd. We zijn alleen, zonder Jezus in ons midden en wachtend op wat komen gaat.
Na het 2e Vaticaans Concilie heeft dit ritueel een andere plaats gekregen. Immers, Jezus was wel aan het oog onttrokken maar de Paastijd duurt voort. Hemelvaart valt dus altijd op een donderdag maar wordt gevierd als zondag. Hoewel er op deze dag veel volkse gebruiken zijn zoals bijvoorbeeld dauwtrappen, raakt de Christelijke betekenis van Hemelvaart meer en meer verloren in onze westerse samenleving. Toch wordt er ook in onze tijd op veel plaatsen een Pinksternoveen gehouden. Een noveen is een reeks gebeden die gedurende negen (noveen = negen) dagen wordt gebeden om de werking van de H. Geest. Dit in navolging van de apostelen die na Hemelvaart bij elkaar bleven in gebed, zo staat er geschreven in het boek Handelingen (1,14).
Pasen – Hemelvaart – Pinksteren, zij horen bij elkaar als een drie-eenheid. Op Paaszondag begint de Paastijd die vijftig dagen duurt tot aan Pinksteren (de naam Pinksteren komt van het Griekse pèntèkostè, dat ‘vijftigste’ betekent). Het is een blijde tijd, waarin de vreugde om de overwinning op de dood door blijft klinken. De Paastijd mondt na zeven weken uit in Pinksteren of wel het Wekenfeest. Het Joodse Pinksteren dat wordt gevierd zeven weken na Pesach. Het herinnert de Joden aan het geschenk van de Thora! Voor ons Christenen is het echter het feest van de Heilige Geest. We vieren dat de H. Geest neerdaalt over de apostelen en de vrouwen die bijeen waren in de zaal van het Laatste Avondmaal. Ze raken letterlijk in vuur en vlam. Ze blijven niet meer achter gesloten deuren zitten, maar trekken er op uit om de Blijde Boodschap van Jezus te verkondigen.
De R.K. Kerk heeft het ritueel van het doven van de Paaskaars terecht verschoven naar Pinksteren. Na het evangelie horen we immers hoe wij allen de opdracht krijgen om op weg te gaan uit kracht van de Geest! Daarom wordt de Paaskaars gedoofd. Het vuur van Gods Geest brandt in ons hart en daarmee gaan we op weg. In de PKN kerk en in het bijzonder de Regenboog is gekozen voor een andere betekenis van het doven van de Paaskaars (op Goede Vrijdag bij het sterven van Jezus). Bovenstaande artikel is dan ook geschreven vanuit de katholieke traditie.
Marianne Hoogervorst
Pastoraal werkster