Ik hoop toch zo dat ze nog bloeien wanneer u dit leest: de oranje goudsbloemen in het kruidentuintje van de kerktuin. Het zijn eenjarigen, oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Europa en Azië. De Calendula officinalis, zoals ze officieel heten. Calendula: kalender in het Latijn.De bloemen gaan ‘s morgens open op zonnige dagen en tegen de avond gaan ze weer dicht. En officinalis wordt gebruikt in de werkplaats van de apotheker. We hebben ze niet voor niets in de kruidentuin gezaaid. Het is een geneeskrachtig kruid. Met behulp van de bloemblaadjes kan een zalf worden gemaakt, die kan worden toegepast bij beschadigingen op de huid. U hebt misschien wel een tubetje Calendulazalf van de drogist in huis.

Die oranje of soms heldergele bloemblaadjes kunnen ook als verfstof worden gebruikt bij de bereiding van bijv. kaas of boter. Ze zijn eetbaar en kunnen bijvoorbeeld kleur geven aan een salade!
Er is een mythe aan de plant verbonden: De Griekse godin van de schoonheid, Aphrodite, was verliefd op de wonderschone Adonis. Toen Adonis bij een jachtongeluk om het leven kwam, weende zij bittere tranen. En u begrijpt het al: op die plek groeiden goudsbloemen.
Ik vond ook een christelijke notie:  De plant is verbonden met de verering van Maria en vaak te vinden op schilderijen waarop Maria in haar tuin wordt afgebeeld. De Engelse naam van de goudsbloem is Marigold. De goudsbloem hoort dan ook echt in de kerktuin thuis!
Dan nog even iets anders: ik kreeg al weer de eerste uitnodiging om bollen te bestellen. Zoudt u, wanneer u bollen koopt, ook weer aan de kerktuin willen denken? Zo krijgen we in het voorjaar een gevarieerd bloemenpalet in de tuin!
Heleen Gombert