Het is begin mei wanneer ik dit stukje schrijf. Eind mei krijgt u het onder ogen en pas medio september verschijnt het volgende Bulletin! Erg actueel wordt het dus allemaal niet. Dan maar eens een kleine duik in de geschiedenis van de (kerk)tuin.
De eerste Bijbelse tuin is natuurlijk het Paradijs: de Tuin die God de Heer aanlegde in het Oosten, in Eden. (Gen 2: 8 en 9). Ook in het Hooglied (4:12) wordt een tuin genoemd:
“Zusje, bruid,
Een besloten hof ben jij,
Een gesloten tuin,
Een verzegelde bron.”
Die gesloten tuin, hortus conclusus in het Latijn, stond in de vroege en latere middeleeuwen symbool voor Maria. Op schilderijen wordt zij vaak in of nabij zo’n tuin afgebeeld omringd door rozen en andere Mariabloemen. Bij kloosters werden tuinen aangelegd, vaak kruidentuinen, waarin kruiden werden gekweekt waaraan een geneeskrachtige werking werd toegeschreven. Die werden verwerkt in zalf en olie die konden worden verkocht in de klooster apotheek.
Onze kerktuin is eigenlijk een mengelmoesje. Hij is niet besloten en wil dat ook zeker niet zijn. Het is juist de bedoeling dat alle Merenwijkers ervan kunnen genieten. Kruiden zijn er volop: salie, rozemarijn, maggiplant, papaver, munt, bonenkruid, tijm. Ze zijn allemaal in het kruidenvak te vinden.
En verder doen we ons best zoveel mogelijk planten te vinden waaraan een bijbelse betekenis is verbonden of waarover een legende bekend is.
We hopen dat u deze zomer geniet van onze kerktuin!
Heleen Gombert