Nog niet, maar als we niks doen krijgen we dat wel. Het gaat ook niet over mij, met mij krijg je niet zo snel trammelant, tenzij het gaat om de ‘tremulant’. Iemand heeft ooit bedacht dat het mooi zou zijn om de orgelklank te kunnen laten trillen. De toon is dan niet egaal maar het geluid komt als het ware in kleine golfjes tot ons. Zangers kunnen daar ook last van hebben, dat heet dan ‘vibrato’. Het aantal keer dat ik een dergelijk hulpmiddel gebruik komt in de buurt van het aantal keren dat u mij aan een piano aantreft. Ons orgel heeft er geen en dat houden we ook zo. Op zichzelf kan een tremulant zijn nut hebben (bijvoorbeeld in het tweede zachte deel van de tweede sonate van Mendelssohn), maar in bepaalde kringen zit dat ding, zoals mijn vader en ik dat plegen te zeggen, ‘vastgeroest’. Dat heeft mijn aversie tegen dit hulpmiddel wel in de hand gewerkt. Maar in elk geval weet u nu wat een tremulant is, ik probeer immers altijd wel enigszins informatief te zijn.

In dat kader, en daar gaat de trammelant over, ons orgel krijgt kuren. Het staat alweer sinds 2005 in onze kerk en wordt veelvuldig gebruikt. En dat beginnen we nu echt te merken. Een klein overzicht: bijgeluiden in de mechaniek, het geklepper van de toetsen, het geklep voor elke viering (o nee, dat is geen gebrek aan het orgel), door gebreken ontstemde pijpen, pijpen die verzakken (waardoor de toon vervormt), pijpen die opzij zakken tegen andere pijpen aan (en daardoor resonantie veroorzaken; tijdelijk opgelost door een touwtje te spannen), pijpen die het niet meer doen, sommige toetsen laten zich ongelijkmatig indrukken, de schroeven van de beweegbare zweljaloezieën die er soms uitlopen (waardoor de dynamiek van de zwelkast beïnvloed wordt) en 18 jaar stof (en uitwerpselen van een vogel zoals u eerder hebt kunnen lezen)… ik zie u nu denken “Maar het orgel klinkt toch goed?”. Dat heeft twee verklaringen: de heren Forster & Andrews hebben in 1875 met hun personeel fantastisch werk verricht met de beste materialen, kennis en kunde en in de Regenboog beschikken we over een viertal organisten die met vergelijkbare kennis en kunde precies weten hoe ze om de gebreken heen spelen en het orgel toch behoorlijk laten klinken.

Maar ik heb inmiddels vernomen dat het nu ook kerkgangers begint op te vallen dat er bijgeluiden zijn. En dat is mooi, want dan kunnen we nu iedereen uitleggen dat we binnen nu en twee jaar het orgel enige tijd moeten missen. Het heeft namelijk echt een goede onderhoudsbeurt nodig en inmiddels zijn daartoe de eerste interne acties en overleggen opgestart. Dat wil niet zeggen dat het orgel tijdelijk verdwijnt, maar een aantal onderdelen zoals orgelpijpen zullen dan waarschijnlijk tijdelijk onderdak bij een orgelbouwer hebben. Het orgel zal dan ook een aantal weken (voorzichtige inschatting: tussen de vier en zes weken) buiten gebruik zijn en ik ben dan net zolang buiten gebruik. Tenzij we tijdelijk een kistorgel of zo gebruiken, dan ben ik present.

En wie gaat dat betalen? Nou, we gaan in elk geval de nodige fondswervingsacties in gang zetten. Ik heb natuurlijk een aantal briljante ingevingen, en ik maak u daar graag deelachtig van. We zouden bijvoorbeeld een orgelmarathon kunnen organiseren waarbij u een bijdrage doet per uur of zo. En als u juist wil dat ik niet speel kan dat ook, maar dat is dubbel tarief. Of ik zou de ruim 50 columns (ja, zoveel alweer) kunnen bundelen en verkopen. Dubbel tarief voor als u wilt dat ik ze signeer. Dat is wel de moeite waard, want die zijn later altijd geld waard. Of u kunt orgelpijpen symbolisch adopteren. Of een middag waarbij u zelf liederen mag opgeven die de organisten dan spelen, waarbij iedereen kan meezingen. Het tarief hangt dan af van de moeilijkheidsgraad of de tekst. ’T Hijgend hert der jacht ontkomen’ is wat zwaarder dan ‘wonen overal’ en kost daardoor duurder (ja ik weet het, dat is geen goed Nederlands… maar geeft wel aan dat voor het eerstgenoemde lied flink gedokt moet worden).

Maar uiteindelijk is elke gift goed besteed, want wij willen immers nog jaren van ons mooie orgel genieten. In het kader van de fondswerving citeer ik graag ook met een treffende tekst, zoals u die kunt vinden in Psalm 150, vers 2: “Laat zich ’t orgel overal, Bij het juichend vreugdgeschal, Tot des HEEREN glorie, paren.”. En op dat laatste woord rijmt ‘sparen’, dus begint u daar maar vast mee. Ik hou u op de hoogte van de voortgang!
Frank Resseler