U denkt nu waarschijnlijk dat ik gemist heb dat de gemeenteraadsverkiezingen al zijn geweest. De titel zou namelijk zomaar de naam van een plaatselijke partij kunnen zijn. Maar dat bedoel ik niet, eigenlijk bruist het bij mij, maar het heeft wel met Leiderdorp te maken. De vorige column ging over inspiratie (of niet) en deze bijdrage borduurt daar op voort.
Eerder dit jaar kreeg ik op zaterdagochtend per whatsapp een noodoproep van Bertien. Zij ging voor in de Scheppingskerk (te Leiderdorp dus, mocht u zich dat nog afvragen…) en wegens corona was er ineens geen organist meer beschikbaar. Ik was wel in de gelegenheid en vanaf het moment dat ik de liturgie kreeg toegezonden bruist het dan in mijn hoofd. De laatste keer dat ik in de Scheppingskerk was is minstens 37 jaar geleden… maar ik wist nog wel wat voor orgel daar stond. Toen ik in mijn jeugd in Leiderdorp woonde hebben we met onze lagere school (toevalligerwijs ook ‘De Regenboog’ geheten) daar een grammofoonplaat opgenomen. Voor de lezers die niet weten wat dat is, gewoon even Google gebruiken. Het ‘schoolkoor’ werd begeleid door meerdere musici, waaronder mijn vader op het orgel waar ik op moest spelen. Ik herinner mij nog dat ik bij één lied mijn vader moest helpen met registreren (lees: heb vrijwillig geassisteerd).
Uiteraard, dat doet elke organist, zoek ik dan direct de ‘dispositie’ op: de samenstelling van alle klankkleuren op het betreffende orgel. Geheel anders dan het onze, het is veel meer een barok-georiënteerd orgel. Dat betekent dat er veel hogere klankkleuren op zitten, en veel scherper klinkt dan ons orgel. Het is ook groter, wij hebben dertien registers, het Leiderdorpse orgel heeft er achttien. Dat vergt dus een heel andere invulling qua muziekstukken en manier van improviseren. Maar dan begint het te bruisen, de rest van de zaterdag zijn mijn muzikale hersencellen al bezig met nadenken over de te spelen muziek. Maar de definitieve invulling weet ik pas op de zondag zelf, want je moet ter plekke uitvinden wat wel goed klinkt en wat niet.
Maar het was prettig te constateren dat het geheel niet zo scherp was als de dispositie deed vermoeden. Ik heb al eerder eens geschreven over William Lloyd Webber (de vader van de bekende Andrew Lloyd Webber) en zijn muziek die ik altijd en overal meeneem. William heeft mij zoals altijd bijzonder goed geholpen, ook op zo een ‘barokorgel’ doet zijn muziek het verrassend goed!
Ik had van tevoren wel de tip gekregen om niet te hard te begeleiden, de achterste rijen zouden daar last van kunnen hebben. Naar ik aanneem werden dan meer specifiek de mensen bedoeld die daar zouden plaatsnemen, maar ik heb de tip ter harte genomen (ja, u leest het goed). De achterste rijen bleken nog steeds gevuld tijdens het slotlied, dus ik heb ze niet weggejaagd. Maar u kent mij, dus bij het slotcouplet bruiste Leiderdorp behoorlijk. Even voor de liefhebber, met de Mixtuur, Cornet en Trompet van het Hoofdwerk (onderste klavier) en de Fagot 16’ van het Pedaal erbij, heeft dat orgel een behoorlijke impact. Dat zijn allemaal registers die wij niet op ons orgel hebben (hoeft ook niet, typische Nederlandse registers zoals een Cornet horen helemaal niet op een Engels orgel thuis), dus het is leuk om er eens gebruik van te kunnen maken! Met excuses aan de achterste rijen…
En ik schreef al eerder dat elk orgel uniek is, zo is de speelaard anders, heeft dit orgel zwarte toetsen die normaal wit zijn en andersom (dat hadden wij in de Regenboog trouwens ook op het oude Heyligers elektronische orgel) en zitten al die registers op een andere plaats. Dat laatste is wennen, ik wissel tijdens het spelen en zingen vaak van klankkleuren en waar ik in de Regenboog met mijn ogen dicht de juiste registerknoppen kan vinden is dat dan ineens anders. Zo moest ik mij voor de buitenste rijen registers letterlijk naar links en rechts buigen om erbij te kunnen.
Maar goed, uit de reacties na afloop bleek in elk geval dat men mijn aanwezigheid heeft gewaardeerd. Ik heb mijn aanwezigheid ook gewaardeerd, het is altijd leuk om op een ander orgel te spelen. Maar ik kijk ook alweer gewoon uit naar de volgende viering op ‘mijn’ / ons fraaie orgel!
Frank Resseler