Willy, Coby en Dick van het jubilerende Regenboogkoor delen hun enthousiasme met mij over hun koor. Vijftig jaar bestaat het koor als kerkkoor van de Regenboog in de Merenwijk. Bijna net zolang als het moment waarop de eerste bewoners hun nieuwe flats betrokken.
Willy de Knegt kwam in 1971 met haar jonge gezin vanuit een krappe woonboot naar een ruime flat. Zij vertelt: In 1971 gingen wij in de Merenwijk wonen. In de Condorhorst, het tweede flatgebouw dat toen in de Merenwijk was gebouwd. Wij gingen al gauw naar de oecumenische vieringen, eerst in een bouwkeet, later in de aula van de scholen aan het Valkenpad. Op een zondag na de kerkdienst kwam er een dame naar me toe en vroeg me of ik mee wilde zingen in een koortje om de gemeente te ondersteunen bij het zingen van liederen. Het was Tiny Lagerberg. Zij deed die zondag de schriftlezing en ik herkende haar meteen. Ik had met haar een aantal jaren geleden op hetzelfde kantoor gewerkt, een oud-collega dus. Ik had er wel zin in, hield van zingen en er waren al 6 anderen die zich ook hadden aangemeld. In het begin oefenden we met de heer Van der Heijden op donderdagavond bij hem thuis in de Arendshorst. Hij speelde op een heel klein orgeltje, dirigeerde tussendoor en zong mee als tenor. Het koortje groeide gestaag, en we kregen al gauw een echte dirigent.

Willy, nu dik in de 70, is al die jaren koorlid gebleven. Dat geldt ook voor Coby Noteboom en Dick Visser die inmiddels beiden ook al vele jaren meedoen. Voor alle drie was meedoen met de Regenboog, toen een bijzondere ervaring. Komend uit veel meer behoudende kerken in Scheveningen, Lisse en Valkenburg schrokken ze soms wel van de andere atmosfeer. “Mag dit wel?”, vroeg Coby zich in die begintijd af. Hier gingen de dingen anders, werd ook anders gezongen, niet meer alleen trage psalmen vertelt Dick. En dan was er ook nog het samengaan van katholieken en protestanten. De beide pastores, pastoor Van Well en dominee Hortensius gaven voldoende vertrouwen om toch steeds mee te blijven doen.

Hoe houd je dat al die jaren vol, vraag ik. Dat komt, antwoordt Dick, door mijn ongelovigheid én omdat ik zo graag zing. Daar wil ik meer over weten! Dick vertelt: Als jongen in Scheveningen werden de Gezangen (met een hoofdletter!) door de vrouwen in klederdracht voorafgaand aan de kerkdienst op zondag gezongen, want dat mocht niet in de dienst. Dat waren dan alleen psalmen. Dick hield van de Gezangen en zong ze graag. Dat plezier in zingen is altijd gebleven. Ja, ongelovig was hij al vroeg, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. Dat had de dominee ook al in de gaten.
Die gaf hem bij zijn belijdenis een tekst over de ongelovige Thomas. En nu is er het koor dat hem bij de les, of beter bij de kerk houdt. Hij wil graag actief zijn, iets dòen en zo bij de kerk betrokken zijn. En dat kan prima, door mee te zingen in het koor, maar ook door andere taken te vervullen.

Het koor telt 28 leden en zingt vierstemmig onder de bezielende leiding van Hendrik Vonk. Niet alleen ondersteunt het koor één keer per
maand en bij feestdagen de vieringen in de Regenboog. Maar er gebeurt nog veel meer, er zijn concerten of zangprojecten en vroeger vooral trad men ook regelmatig op bij verzorgingstehuizen. Het koor gaat af en toe samen op pad en in het verleden was er bijvoorbeeld een uitwisseling met een koor uit Torun in Polen.
Uit alles blijkt, hoe sterk de band van de koorleden onderling is. Men kent elkaar en leeft intens mee met het wel en wee van de koorleden.

De rol van de dirigent is ook bij dit koor cruciaal. Men spreekt met veel waardering over de huidige dirigent en zijn voorgangers.. In de begintijd was dat Charles Perquin en lange tijd daarna Marja Goudzwaard.

Het Regenboogkoor zal haar jubileum in stijl vieren en zingt in de zondagse viering van 16 oktober, delen uit de Deutsche Messe van Schubert. Na de viering zal er een feestelijke receptie gehouden worden.