‘God heeft het eerste woord’. Het zijn de eerste woorden van het eerste gezang uit het Liedboek der kerken uit 1973 (Lied 513 in het nieuwe Liedboek). In het nieuwe Liedboek heeft het de ondertitel ‘Nieuwjaarslied’ en zo was het lied door de dichter Jan Wit, oorspronkelijk ook bedoeld. De eerste strofe gaat over het begin, het grote begin van Gods schepping. Daarna volgt het persoonlijk leven van ons mensen (‘Voor wij ter wereld kwamen, riep Hij ons reeds bij name, zijn roep wordt nog gehoord’). Het lied sluit aan bij het gevoel van het begin van iets nieuws, het gevoel dat we hebben aan het begin van een nieuw jaar.

Dit jaar voelt dat begin voor veel van ons anders dan anders. Er is een nieuw jaar begonnen, maar wat we moeten verwachten of wensen, dat is onduidelijk. We zitten vooral met veel vragen en onzekerheden. Het voelt ingewikkeld om zo te starten, vooral omdat er zo weinig concreets over te zeggen is.

Dat is ook voor het werk in de kerk lastig. Op de langere termijn kunnen we natuurlijk mooie vieringen en activiteiten plannen en we zullen in de komende tijd zeker alvast gaan nadenken over ons aanstaande 50-jarig bestaan. Maar wanneer we de ‘normale’ vieringen, kringen, koren, activiteiten voor kinderen en jongeren weer kunnen oppakken is op dit moment allemaal nog niet duidelijk. Het is en blijft essentieel om contact met elkaar te houden. En we hopen natuurlijk dat u zich door de wekelijkse online vieringen verbonden en gevoed weet.

Toch hebben we in al deze verwarring en onduidelijkheid ook een zekerheid. God draagt ons, in het komende jaar, en altijd, onder welke omstandigheden dan ook. Dat geeft ons leven richting en betekenis. Het is zoals Jan Wit dicht in het laatste couplet van zijn Nieuwjaarslied: ‘God staat aan het begin en Hij komt aan het einde. Zijn woord is van het zijnde oorsprong en doel en zin.’
Ik wens u en jullie veel heil en zegen voor het nieuwe jaar.
Ds. Mirjam Buitenwerf