Na de korte aankondiging in het informatie-blad van de Regenboog in mei, wil ik graag dit ´feest´- bulletin (de eerste na de corona-stop, wat een goed teken!) benutten om u deelge­noot te maken van de komst van Rommel, als nieuwe huisgenoot. Ja, hij heet Rommel. Voor een Nederlander niet zo´n leuke naam wellicht, maar hier een vrij veel voorkomende.

Hoe het begon
Sinds februari hebben we contact met hem en een oude tante. Via via kregen we de vraag of Rommel bij ons in huis zou kunnen komen. Eerlijk gezegd hadden we altijd afgesproken dat we met max. 6 personen in het huis zouden wonen. Maar omdat, volgens zeggen, Rommel behoorlijk zelfstandig zou zijn en dus een lichtere vorm van intellectuele beperking zou hebben, wilden we ons niet gelijk doof houden voor de vraag. We vertrouwden erop dat de vraag niet voor niets op ons bord kwam.

Dus in februari ging ik naar Bluefields: 5 uur bussen heen, een dag in Bluefields en de volgende dag weer terug, om een eigen indruk te hebben van Rommel’s functioneren. En rustig met zijn directe verantwoordelijken te kunnen praten.
In het kort zijn situatie: Zijn moeder is drie jaar geleden overleden, zijn vader is nooit in beeld geweest. Hij heeft een broer die illegaal in de VS werkt en een tante van 83 jaar die Rommel na het overlijden van haar zus in huis heeft genomen, maar die taak niet meer aankan. Haar poging een neef in te schakelen om voor Rommel te zorgen, bleek geen succes. Ik observeerde dat Rommel inderdaad redelijk zelfstandig functioneert, alhoewel hij door de passiviteit van de laatste jaren bij zijn tante, veel vaardigheden waarschijnlijk had verloren. De uitdaging die ik zag, lag met name op het terrein van gedrag, want Rommel, als enig kind had jaren alle aandacht gekregen en was weinig begrensd geweest. Dus de eerste indruk: een verwende jongeman, die erg eisend kon zijn. Met de tante spraken we af dat Rommel drie kennismakingsbezoeken aan het gemeenschapshuis zou brengen. Om te zien of hij zich thuis zou kunnen voelen bij ons.
Maar ook of de andere huisgenoten zich goed zouden kunnen voelen bij hem. Eveneens om in te schatten of wij hem konden geven wat we dachten te zien als zijnde zijn behoeften. En of het team het aan zou kunnen.

Bezoek
Half maart kwam Rommel voor het eerst naar Juigalpa. We hadden al gezorgd dat er in de garage een extra wandje kwam, waardoor we daar een slaapkamertje konden creëren.

Mijn eerste indruk t.a.v. Rommels functioneren werd bevestigd. Het team mocht warm met hem draaien en de andere huisgenoten reageerden rustig op hem. Rommel toonde zich onrustig door de veranderingen, maar genoot ook van zijn bezoek.
Vervolgens, door het coronavirus en onze eis dat hij alleen per personenauto (niet met bus) mocht komen, werd het bezoek van april verschoven naar half mei. En daar waren we dus op voorbereid: een bezoek van woensdag tot zaterdag.

Tijdens het geplande bezoek kwam echter onverwachts de vraag van de tante of we i.v.m. een aantal dwingende redenen, die te maken hadden met haar verslechterde gezondheid, ook de afstand Juigalpa-Bluefields, de urgentie konden zien om het kennismakingsproces te versnellen. En of hij dus nu al zou kunnen blijven…Oeps!

Versnelde procedure
Ik stelde voor dat ze een brief naar het bestuur zou sturen, met die vraag en uitleg. Wat gebeurde. Er werd feeling gehouden met de bestuursleden en wat wij er van dachten als huisteam. Waarna we allen voelden dat het goed was Rommel op te nemen. Dus de officiële opname procedure kon beginnen: het invullen van de nodige papieren en komen tot goede afspraken. En de laatste hand moest gelegd worden aan het ‘bewoon- baar’ maken van zijn slaapkamer.

Aanpassingsperiode
Dus hij en wij, de anderen in huis, zijn bezig ons aan te passen. Met vallen en opstaan.  Zes weken van observatie is onze werkwijze, waarna we tot een ontwikkelingsplan t.a.v. hem willen komen. Een medische keuring heeft inmiddels plaatsgevonden. Vrijwel alles naar wens. Dit keer niet gedaan bij een gezondheidspost. Maar bij een dokter die minder in de frontlinie ligt van mogelijke patiënten met het coronavirus… Want in Nicaragua leven we momenteel op de piek van besmettingen.
Graag uw gebed ter ondersteuning van ons proces van op elkaar inspelen. En voor Nicaragua, waar zoveel verdriet is door zieken en overledenen door het coronavirus.

Dank voor uw meeleven. Want zonder u, kunnen wij hier weinig. We maken echt samen het verschil!

Astrid Delleman, ajdelleman@zonnet.nl