Ja, dat was een verrassende aankondiging, u las in de vorige bijdrage als slotzin dat in ons orgel pijpen met opzet vals zijn gestemd. Ik zal in deze bijdrage uitleggen waarom orgels vals kunnen klinken. Men hoort wel eens dat de organist(e) vals speelt, maar dat is niet zo. Het is dan moderne muziek (ook wel ‘atonaal’ genoemd) of de muziek staat ondersteboven op de lessenaar. Bij sommige componisten hoor je het verschil overigens niet, maar dat terzijde….
Zonder gekheid, een orgel is vatbaar voor stemmingswisselingen. De temperatuur en luchtvochtigheid in een kerkgebouw hebben invloed op de stemming. Teveel variatie leidt ertoe dat pijpen ontstemd raken. De organist(e) dan ook, want die rekent altijd op een mooi klinkend instrument. Enkele pijpjes stemmen lukt wel (zie ook een van mijn vorige bijdragen), maar complete registers (56 pijpen per register), dat is toch echt werk voor een orgelbouwer. Over het algemeen houdt ons orgel zich tamelijk goed en dat is prettig.
Een orgel kan ook vals worden als er te weinig winddruk is. De orgelpijpen worden ‘gevoed’ met lucht. Die lucht wordt via een windmotor het orgel ingeblazen. Dat gaat via een balg en luchtkanalen tot aan de onderkant van elke pijp. Door diverse oorzaken (kiertjes, gaatjes, scheurtjes e.d. die na vele jaren kunnen ontstaan) lekt er onderweg lucht weg. Als je dan veel tonen tegelijk aanslaat (meestal bij een groots slotakkoord), dan vragen de pijpen veel wind, doch is er door het weglekken te weinig lucht beschikbaar. Daardoor klinken de pijpen niet op de bedoelde toonhoogte, doch een fractie lager. Hoe langer je het akkoord aanhoudt, des te lager gaat het orgel klinken. Het orgel is dan ‘windziek’ en klinkt dan vals. Gelukkig hebben wij dat in de Regenboog niet.
Ook de bespeler kan een oorzaak zijn. Door het uittrekken van een registerknop wordt in het orgel een houten lat onder de pijpen weggeschoven. Daardoor komt lucht bijna in de pijp, alleen nog tegengehouden door een klein klepje dat wordt bediend door de bijbehorende toets. Als je de registerknop net niet helemaal uittrekt, dan komt na het indrukken van de toets te weinig lucht in de pijp, met een valse toon als gevolg. Kwestie van gauw de juiste registerknop verder uittrekken en het probleem is verholpen.

Dan zijn er nog twee situaties waarbij met opzet iets aan de toonhoogte is gedaan.  Ten eerste, elk orgel staat in een bepaalde stemming. De meeste orgels (waaronder het onze) en de meeste andere toetsinstrumenten staan in de ‘gelijkzwevende stemming’. Elke toonladder wordt dan gelijkmatig verdeeld over de beschikbare toetsen. Op deze wijze is de toonsafstand tussen elke toets gelijk en kan elke musicus in elke willekeurige toonsoort spelen. Alles klinkt even goed (uiteraard afhankelijk van de kundigheid van de bespeler).

De eerste orgels in Nederland (zoals bijvoorbeeld het huidige Van Hagerbeer-orgel in de Leidse Pieterskerk) staan echter in de zogenoemde ‘middentoonstemming’. Daarbij zijn de onderlinge toonsafstanden met opzet een fractie veranderd. Daardoor klinken bepaalde toonsoorten veel zuiverder, hetgeen zondermeer een bijzondere ervaring is. De keerzijde is dat een aantal andere toonsoorten daardoor echt vals klinken. Componisten uit die tijd zoals Sweelinck hebben muziek gecomponeerd op basis van zo’n stemming. Op zo’n orgel klinkt dat heel fraai, op een orgel met de ‘gelijkzwevende stemming’ klinkt het eigenlijk veel saaier.  De afgelopen eeuwen zijn er nog vele andere stemmingen ontwikkeld tussen de middentoonstemming en gelijkzwevende stemming in.  De meeste Leidse binnenstadsorgels hebben ook alle een eigen bijzondere stemming
Maar dan nu ons orgel, welke onder de tweede situatie valt. Op het moment dat u de zacht zwevende en strijkende klankcombinatie hoort, hoort u namelijk met opzet vals gestemde pijpen. Dat is nodig om nu juist dat zwevende karakter te krijgen. U hoort de Viole d’Amore 8’ in combinatie met de Voix Celestes 8’. De Viole d’Amore is geheel in lijn met de andere registers gestemd. De Voix Celestes heeft dezelfde klankkleur als de Viole d’Amore, maar elke pijp ervan is bewust een fractie hoger gestemd ten opzichte van de Viole d’Amore.  Dat creëert het zwevende geluid, hetgeen fraai klinkt. De Voix Celestes is alleen goed bruikbaar in combinatie met de Viole d’Amore. Dat verklaart ook dat als je de registerknop ervan uittrekt, automatisch de registerknop van de Viole d’Amore ook mee wordt getrokken. In alle andere gevallen gebruik je het register feitelijk niet (dat is een schrale troost wellicht voor de kerkgangers die het orgel als luid ervaren…. ik speel dus nooit helemaal ‘vol orgel’….).
Maar in elk geval weet u nu ook dat er zich 44 met opzet vals gestemde pijpen in ons orgel bevinden. Geen 56 pijpen (zie hiervoor)? Nee, bij zwevend gestemde registers wordt het onderste octaaf bestaande uit 12 pijpen normaal gesproken weggelaten. De getallen ‘44’ en ‘12’ laten zich toevalligerwijs combineren: de uitkomst van de som 44 -/- 12 is namelijk de titel van de volgende bijdrage.

Frank Resseler