Over Frans J. Verstraelen (katholiek, schrijver van dit verhaal) vestigde zich in 1976, samen met zijn vrouw Gerdien Gilhuis (gereformeerd; overleden in 1989) in de Merenwijk vanwege de toen pas-gestichte oecumenische Regenboog-kerk. Hij woont nu met zijn Zimbabweaanse vrouw Thenjiwe Sibanda in Bulawayo (BYO), de tweede stad van Zimbabwe, het centrum van de Ndebele- sprekende bevolking die, na de Shona, de tweede grote groep in het land vormt.

Eredienst: In de onmiddellijke omgeving waar Thenjiwe en ik wonen, nl. in Paddonhurst, een buitenwijk van Bulawayo, bevinden zich binnen een straal van 150 meter de volgende kerkelijke gebouwen: Methodist, Reformed, Seventhday Adventist (in aanbouw), en een zgn. ‘Onafhankelijke Kerk’ (lokaal-Afrikaans, genaamd ZAOGA).  Zondags ga ik soms te voet naar de katholieke dienst in de Kathedraal (gebouwd in 1903; Bulawayo gesticht in 1895), ongeveer een kwartier lopen. Ik passeer dan de African Methodist Episcopal Church (Thenji is in deze gemeenschap gedoopt, beschouwt echter de Episcopal Church, de kerk van haar geboortestreek Hope Fountain als haar kerk). Al wandelend hoor ik links en rechts uitbundig zingen van religieuze groepen die in huizen samenkomen: je krijgt het gevoel dat de Zondag hier nog werkelijk de ‘Dag des Heren’ is.

Strijd om het dagelijks brood: Vertrouwen, hoop en veel moed zijn wel zeer nodig in Zimbabwe, waar de economie maar voor dertig procent werkt, en waar zo goed als geen jobs zijn. Het leven voor de meesten bestaat uit de zorg hoe iedere dag voldoende voedsel te vinden om te overleven. Om een in Nederland bekend beeld te gebruiken: misschien wel 70% van de Zimbabweaanze bevolking zou een ‘voedselbank’ nodig hebben, maar zo’n bank is
er niet. Gelukkig zijn er een aantal NGO’s (niet-gouvernementele organisaties, red.) die proberen in de ergste nood te helpen, en in sommige plaatsen, soms door kerken, worden maaltijden verstrekt voor straatmensen en schoolgaande kinderen. De meerderheid van de Zimbabweanen leeft ver onder de armoedegrens: het is hier armoe troef!

Vanwege de werkeloosheid (90%) zijn veel jongelui naar vooral Zuid-Afrika gegaan (naar schatting zo’n twee miljoen; uit onze Sibanda familie twee zussen en een broer), waar ze soms slecht betaald werk vinden, en toch vaak wat geld of goederen weten over te maken naar hun gezinnen of families in Zimbabwe. Regelmatig zie je kleine trucs met aanhangwagen die allerlei spullen  vanuit Zuid-Afrika naar hun respectievelijke families brengen. Uit dit alles komt een beeld naar voren dat de Zimbabweaanse mensen, ondanks die bestaande, diepingrijpende negativiteit van hun situatie  – mede veroorzaakt door een politiek, economisch-sociaal wanbeleid van het Mugabe-regiem –  een veerkrachtig  en solidair volk zijn, dat blijft streven naar een beter meer menswaardig leven. Kracht daarvoor halen ze niet alleen uit henzelf, maar ook uit hun traditioneel wereldbeeld, gekenmerkt door geloof in krachten waar ze hun toevlucht vinden, uiteindelijk in vertrouwen op God.

Het wereldbeeld: Alle Zimbabweanen, ook de christenen, zijn getekend door hun traditioneel wereldbeeld. Dat beeld omvat een overtuigd geloof dat er krachten zijn, goede en kwade, die invloed uitoefenen op hun leven. Behalve ‘levende’ overleden voorouders zijn er ook geesten, die positief of negatief invloed op iemands leven hebben. Boven deze krachten staat een hogere macht: God, die de oorzaak is van alles wat bestaat, ook van voorouders

en geesten (God: Mwari bij de Shona, Unkulunkulu bij de Ndebele people). Christelijke missionarissen en zendelingen konden aansluiting vinden bij dit Afrikaanse Godsidee om het Christendom ingang te doen vinden, vonden echter dat dat ‘voorouder- en geestengedoe’ als ‘heidens’ moest verdwijnen. Echter, anno 2016/2017 leeft dat geloof in de invloed van voorouders en geesten nog sterk onder Zimbabweanen, ook nu de meerderheid zich christen beschouwt. Waar de mensen nu vooral bang voor zijn is beheksing (‘witchcraft’) waarmee anderen een aanval doen op hun bezittingen of zelfs hun leven. Hoe reageert het Christendom hier op?

Exorcisme (duiveluitdrijving, red.): Verschillende interpretatie- en benaderingswijzen leiden tot verschillende reacties op het gangbare wereldbeeld:

  1. De ‘Established Churches’, de uit (Europese/Amerikaanse missie/zending voortgekomen kerken, baseren zich uitsluitend op het geloof in God/ Jezus-Christus als enige steun en toeverlaat in een mensenleven. De katholieke kerk komt wellicht nog het dichtst bij het traditionele wereldbeeld door de door haar verklaarde ‘heiligen’ en ‘engelen’ te beschouwen en te vereren als ‘voorouders van het geloof’ en als ‘goede geesten’. Het is echter een soort vergeestelijking van het traditionele wereldbeeld. Deze kerken erkennen wel dat Satan, de duivel een rol speelde in het leven van Jezus, zwijgen liever over de rol die de duivel volgens christelijke traditie ook nu nog speelt in het leven van de gelovigen en in de wereldgeschiedenis (zie bijv. wat de officiële ‘Catechismus van de Katholieke Kerk’ zegt over duivel / Satan, demonen/engelen en exorcisme). Veel leden van deze kerken hebben door dat (ver)zwijgen de indruk dat hier hun existentieel levensprobleem niet echt serieus wordt genomen.
  1. Onafhankelijke Kerken hebben echter een geheel andere benadering. Het zijn kerkelijke gemeenschappen gesticht door lokaal Afrikaans initiatief en geleid door ‘apostelen’ en ‘profeten’, bijv. ZAOGA (=Zimbabwe Assembles of God Africa) en FOG (Family of God). Zij baseren zich op de letterlijke uitleg van de Bijbel en nemen tevens de vooral negatieve invloed van geesten / ‘witchcraft’ serieus. Ze bestrijden die door een beroep te doen op de macht van de ‘Heilige Geest’ in wiens naam zij boze geesten, de demonen die beslag hebben gelegd op gekwelde mensen, door exorcisme uitbannen. De Onafhankelijke
    Kerken verwijten de ‘established churches’ dat ze weliswaar geloven in  dezelfde Heilige Geest, maar die binnen het kerkgebouw houden, terwijl zij, de onafhankelijke kerken de Heilige Geest naar buiten  brengen en gebruiken om mensen te bevrijden. ‘Healing’, genezing van alle menselijke kwalen (bezetenheid, ziekte, armoede, moedeloosheid, enz.) in de naam van Jezus en de Heilige Geest vormen de kern van hun boodschap en invloed. Onder invloed van de ‘charismatische beweging’ dringt deze bevrijdingstaak (‘delivrance’) hier en daar ook door in de ‘established churches’, echter zonder het allesbeheersende geloof in demonen aan te nemen; de invloed van Satan, de duivel wordt hier als beperkt gezien).
  1. Individuele profeten: Naast de ‘onafhankelijke kerken/gemeenschappen’ staan ook individuele profeten op, die vaak via een droom ervan overtuigd raken dat ze een speciale boodschap van bevrijding voor de mensheid hebben. Het zijn meestal jonge mannen met charisma en overtuigingskracht, die massa’s mensen trekken als ze ergens optreden. In Zimbabwe is dat bijv. het geval met profeet Magaya die zijn wonderkracht toeschrijft aan het lofprijzen van Jezus, Hij claimt macht te hebben om demonen uit te drijven, mensen te bevrijden van bezetenheid en te genezen van lichamelijke kwalen. Hij claimt zelfs dat hij mensen genezen heeft van HIV/Aids, zich beroepend op Psalm 103: 3, “Zegen de Heer.. die alle zonden vergeeft , en alle kwalen geneest “. Volgens de Psalm is het echter God die dat bewerkstelligt. Vraag: Is Magaya een profeet benoemd door God of door hemzelf ? Hier begint een belletje te rinkelen. Vooral als bijeenkomsten van dit soort profeten (vaak ook op TV te zien), zich bijna uitsluitend concentreren op exorcisme, de uitdrijving van kwade geesten .We weten dat de Bijbel verwijst naar goede en valse profeten. Maar wie oordeelt, wie veroordeelt hier ? Misschien dat het bijbelse verhaal van het ‘Laatste oordeel” inzicht verschaft (Mt. 25). In dat oordeel wordt van ieder een balans opgemaakt. De Mensenzoon vraagt dan niet naar wat je hebt geloofd (geloof in het ondermaanse is altijd vanuit een wazige spiegel), maar wat voor goeds je hebt gedaan jegens je naaste, dat is niet wazig maar concreet, dat is het criterium  voor wat goed is en wat kwaad. Dus, tot dan zullen we maar zeggen ?—Misschien kunnen we in de tussentijd ons afvragen of de wereld waarin wij leven, of ook wijzelf, niet zeer dwingend  exorcisme nodig hebben.

Tot besluit, een uitwisseling: Wij, christenen hier in Nederland kunnen misschien iets meer de H. Geest in ons leven binnenlaten, terwijl de Zimbabweaanse christenen misschien iets (a.u.b. niet te veel) van onze ‘verlichte’ ratio kunnen overnemen.

Frans J. Verstraelen, Leiden,16 november 2016